Bloemen en planten a t/m e
A.* Groene aanslag op terrastegels zijn gemakkelijk weg te krijgen door een plantenspuit te vullen met water en een scheut schoonmaakazijn. Spuit dit op de tegels en de aanslag is na een paar dagen verdwenen.
* Een zoete aardappel valt binnenshuis te kweken als u die plant in een mengsel van turfmolm en zand. U kunt de aardappel echter ook in een pot met water zetten, dat u iedere week tweemaal moet verversen. Het water moet halverwege de aardappel staan. Zoete aardappelen hebben zeer aparte scheuten met donkergroene, klimopachtige bladeren, die al naar u wenst, gaan hangen of klimmen.
* Gebruik kant-en-klare toetjesbakjes voor het voorzaaien van tomaten, aardbeienplantjes, etc, ook handig zijn eierdozen.
Gaan uw aardbeien bloeien, schoffel gedurende die tijd uw bedden dan niet.
Geen vruchtdragende
aardbeienplanten
moet u verwijderen.
Stro tussen de planten geeft
mooie, schone
aardbeien.
Na drie jaar geeft de
aardbeiplant
minder
aardbeien.
* Nieuwe aardewerk bloempotten moeten eerst enkele uren in water ondergedompeld blijven. Ze kunnen zich dan volzuigen met water, zodat ze daarna geen vocht meer aan de potaarde onttrekken.
* Aardpeer oftewel topinamboer kunt u in maart of april zaaien. Van dit wat minder bekende maar oersterke gewas zijn verschillende rassen verkrijgbaar. Gigant is een ras dat bloeit en grote gladde knollen geeft. Dat is gemakkelijker bij het schoonmaken. Witte of Blanc geeft een hogere opbrengst van witte knollen, maar de kans op onregelmatige vertakkingen is bij dit ras weer groter. De beste culinaire kwaliteit geeft naar verluidt het roodschillige ras Fleuron d’Anjou.
* De aardvlo
is eigenlijk geen vlo, maar
een klein springend
kevertje, dat vooral bij
droog weer een waar
schrikbewind uitoefent in de
tuin. Vooral het jonge
zaaigoed heeft te lijden van
deze vraatzuchtige diertjes,
die met zo velen zijn, dat er
soms niets van de plantjes
overblijft. Het is niet
gemakkelijk de
aardvlo
milieuvriendelijk te
bestrijden, maar men kan het
proberen met koud water, de
aartsvijand van de
aardvlo. Men moet
dan wel minstens tien keer
per dag de jonge plantjes
besproeien. Alle kans dat de
aardvlo
op de vlucht slaat, terwijl
een dag of tien rust de
plantjes zo sterk maakt dat
de aardvlo
hem minder kwaad kan doen.
Bij kamerplanten
wordt de aardvlo
verdreven door lucifers met
de kop naar beneden in de
aarde te steken.
Met een plankje ingesmeerd
met teer vangt men de
aardvlooien
die tussen de jonge aanplant
in de tuin zitten. Ze
springen erop en kleven
vast.
Radijsjes worden vaak
aangetast door
aardvlooien, maar
als men bij de radijs
sterrekers zaait, komt er
geen aardvlo
in de buurt.
* Afrikaantjes zijn de vrolijkste zomer bloeiers die u zich voor kunt stellen. Er zijn drie rassen “Lemon Green
(citroengeel), “Golden Gem” (oranjegeel) en Verschillende kleurtjes.
“Paprika” (roestrood).
Voorzaaien binnenshuis gaat
heel makkelijk, en buiten
kunt u ook ter plaatse
zaaien, wat later in het
voorjaar. Het blad geurt,
niet romantisch zoet, maar
heerlijk fris naar citroen.
Afrikaantjes
gaan aaltjes in de grond
tegen.
* Ook in de halfschaduw is akelei een gemakkelijke plant. Probeer na de bloei eind juni, zo weinig mogelijk op die plek te schoffelen Grote kans dat de bloemen zich dan gaan uitzaaien.
* Alliums zijn van mei (Allium ‘Purple Sensation’) tot en met juli (Allium sphaerocephalon) met hun rond bloemen een sieraad in elke tuin. (allium=sierui).
* Bij Amaryllus bloemen kunt u plakband wikkelen om het uiteinde van de steel.
* Uit het kruintje van de ananas is binnen een ananasplant te kweken. De bovenste schijf van de ananas (met het kroontje eraan) wordt in de aarde gestoken. Een plastic zakje er omheen zorgt voor de juiste broeitemperatuur.
* Japanse andoorn (Crosne) is en onbekend gewas, maar leuk om eens te telen. U start met het planten van de kleine geribbelde knolletjes; ong. 3 bij elkaar met tussenafstanden van 30 cm. Gedurende de zomer groeien die uit en ontstaan er, net zoals bij aardappelen, meerdere nieuwe knolletjes. Die rooit u in de herfst weer op. Enkele zijn nodig voor het volgende teeltseizoen en de rest is voor consumptie. Ze zijn heel te eten en u kunt ze frituren, stoven of roerbakken.
* Anemonen zien er kwetsbaar uit, maar zijn in werkelijkheid juist ijzersterk. Ze kunnen wel 14 dagen blijven staan. Zet ze wel altijd in een klein laagje water. (niet meer dan 5 cm.). Als het water te hoog staat, kruipt het te snel omhoog en kan de stengel bij de vaasrand afsterven.
* Een anthurium komt uit de tropen, waar deze plant in het wild groeit. Het is een allemansvriend, die geen hoge eisen stelt aan verzorging. Als u haar voldoende aandacht geeft, kan de anthurium het hele jaar door bloeien. Zet de plant op een lichte plek, geef regelmatig water en af en toe wat plantenvoeding.
* De appelboom
kan alleen bevrucht worden
door een appelboom
van een andere soort,.
Zonder ingrijpen van de mens
zou elke appelboom
een andere soort zijn. Al
duizenden jaren worden
appelbomen
daarom geënt. Een stuk van
de stam (de ent) wordt
vastgemaakt op een stam van
een andere boom. De ent
geeft precies dezelfde soort
boom. En dus dezelfde soort
appel.
Appels
beginnen als bloesem. Bijen
of andere insecten nemen
tijdens de bloeiperiode
stuifmeel uit de bloesem mee
en bevruchten zo een andere
bloesem.
Na de bloeiperiode ontstaan
er kleine vruchtjes aan de
boom. De appels
groeien de hele zomer door
tot ze in het najaar klaar
zijn om te plukken. Het hele
groeiproces kan afhankelijk
van de soort wel 150 dagen
duren.
* Asters,
chrysanten, goudsbloemen en
zonnebloemen moeten voor
minstens de helft ontbladerd
worden, aangezien de
bladeren de oorzaak zijn van
het vuil
worden
van het water, waardoor de
bloemen spoedig verwelken.
B.
* Bepaalde badkamerplanten gedijen uitstekend in de badkamer mits er verwarming en voldoende invallend licht is. Een aardige versiering voor de badkamer zijn: cyperus, asparagus, Kaaps viooltje, varens en chlorofytum.
* Bakkerstorren
kunnen worden vernietigd als
ze een mengsel van borax met
suikerwater eten.
Ook met meel en gelijke
delen insektenpoederen borax
vermengd kunnen de
bakkerstorren
worden verdelgd. Strooi dit
mengsel voor het naar bed
gaan op de vloeren en ’s
ochtends zijn de bedwelmde
bakkerstorren
makkelijk op te vegen en
weggegooid.
* Op
een schaduwrijk
balkon is
het houden van enig groen
vaak moeilijk. Planten zoals
vlijtigliesje, fuchsia’s en
sommige begonia’s willen het
daar ook wel doen. Ook een
fuchsia en sneeuwbal (Viburmum
tinus) gedijen daar goed.
Waar een koel, donker balkon
is, groeien een
dwergrododendron, hosta,
sneeuwbal (Viburnum tinus)
skimmia, viooltjes,
vlijtigliesje, fuchsia,
klimop (Hedera Helix)
eikvaren en steenbreekvaren
(Asplenium) goed.
Tomaten en bonen kan
men goed in ruime potten op
een zonnig balkon
kweken, wel uit de wind
houden en de planten een
steunstokje geven om langs
te groeien.
Grijsbladige en rots- en
kuipplanten zijn ideaal voor
een balkon
waar de zon de hele dag
schijnt. Dus zijn vetkruid (Sedum),
huislook (Sempervivum),
laurier (Laurus nobilis),
lavendel, bamboe en
kattenkruid (Aucuba japonica)
daar geschikt voor.
* De
bladbegonia
mag u niet in het volle
zonlicht zetten, plaats haar
wel in het volle licht en
verplaats haar niet. Het
natmaken van de bladeren mag
u alleen op warme dagen in
de zomer doen.
De begonia
doet het het beste bij een
temperatuur van 18 C. Als de
plant te donker staat, gaan
de blaadjes naar het licht
reiken en daardoor verliest
de plant zijn compacte vorm.
De begonia
hoeft niet zoveel water te
hebben, twee keer in de week
is voldoende.
Het is heel gemakkelijk om
een begonia te stekken.
Snijd een blad in blokjes,
waarbij u ervoor zorgt dat
in elk blokje een stukje
nerf zit. Leg de blokjes op
de aarde en druk ze er een
beetje in, de snijkant naar
beneden. Daaraan komen
vanzelf worteltjes.
De kamerbegonia moet in donkere dagen veel licht hebben, maar weinig water en beslist geen (kunst) mest.
Vermeerderen van begonia’s kan door stengelstekken. Leg daarvoor de knollen binnen op een warme plaats in een platte zak. Op de bodem komt eerst een dun laagje compost. Daar komen de knollen in te liggen, zodanig dat ze maar net grond aan de voeten hebben. Leg er iets op, zodat de zon niet in de bak kan schijnen. Zorg ervoor, dat de grond steeds vochtig blijft. Als er bovenop de knol kleine groene uitlopers verschijnen, is het tijd om de afdekking te verwijderen.
Wanneer de uitlopers zo’n 5
cm. zijn kunt u ze snijden,
op één na die aan de bol
blijft zitten. De uitlopers
komen in een bak met zand
gemengd met turf. Doop ze
eerst in stek- of
wortelpoeder. Na veertien
dagen in de schaduw hebben
ze worteltjes en kunnen ze
naar een bloempot met
compost. Zet deze op een
warme plek in de zon. Daarna
afharden en buiten
uitplanten.
Begonia’s
zijn vatbaar voor schimmel.
Door in de aarde rond de
plant lucifers met de kop
naar beneden te steken is
schimmel te voorkomen.
* Bemesting:
1. Bemeste
tuingrond: basisproduct om
tuingrond aan te vullen
2. GFT compost: gemaakt van
groente, tuin- en
fruitafval
3. Siertuin compost: een
iets hoogwaardiger product
met meer voedingsstoffen
4. Potgrond: basisproduct
voor potten en balkonbakken
5. Potgrond special: met
langdurig werkende
meststoffen
6. Kokos potgrond: prima
voor potten, maar ook goede
en milieuvriendelijke
vervanging van tuinturf
7. Zaai- en stekgrond: voor
in uw zaaibakken en
stekpotjes
Planten in potten hebben
altijd bemesting
nodig. Korrels of tabletten
die langzaam voedingsstoffen
afgeven in de grond, kunnen
samen met de planten in de
pot worden gestopt. Zo
hebben de planten genoeg
voedsel voor de hele zomer.
Het geven van vloeibare
bemesting
is ook mogelijk: elke week
een scheutje bij het
gietwater en u ziet de plant
opfleuren.
*In tegenstelling tot de
zwarte bes
draagt de rode bes
de meeste vruchten op de
oude takken. Om de struik
toch jong te houden snoeit u
zo nu en dan een oude tak
eruit met een snoeischaar of
takkenschaar.
* Bessentakken
die men een tijdje wil
bewaren, blijven langer goed
door ze in een pot met
vochtig zand, op een koele
plaats te zetten.
* Een beukenhaag kan een goede afscheiding vormen in de tuin. Om hem goed te laten groeien moet men door de plantgrond een flinke hoeveelheid bosgrond waarop de beuken hebben gegroeid, mengen.
* Bitterblad (Exacum affine) lijken met hun bloemetjes op die van de aardappels maar deze plant is geen familie van de nachtschade. De vrolijke bloemen zijn blauw-paars of wit, afhankelijk van de soort potgrond. De standplaats is niet zo belangrijk, al is een beetje licht natuurlijk altijd welkom. Geef om de dag een beetje water, maar niet te veel tegelijk, want de worteltjes rotten snel.
* Zelf bladaardemaken:
* Stevige
bladeren van
planten worden glanzend als
u ze afneemt met een spons
gedrenkt in melk.
Bladeren
van planten hebben af en toe
water nodig om ze schoon te
houden. Zet ze eens buiten
in de regen. U kunt ze ook
goed afnemen met een
plumeau.
Bladeren
van grote bladplanten houden
van een dagelijkse douche.
Het beste kan daarvoor de
plantenspuit worden
gebruikt.
Nadat
het extract is afgekoeld is
het klaar om in een
plantenspuit te gieten. Even
sprayen en weg is de
bladluis ,of:
een aftreksel van
brandnetels – een kilo
brandnetels minstens 24 uur
onder water (ca. 1 l.) laten
staan – verstuiven over de
aangetaste plant. Planten af
en toe een bad van deze
brandnetelgier geven
als preventief middel.
In het najaar wordt het
vochtiger, dus controleer
planten op
bladluizen. Door de
groeispurt van de afgelopen
maanden, zijn de sappige
bladen ideaal werkterrein
voor bladluizen.
Een paar luizen is niet erg,
maar grote aantallen kunnen
beter worden bestreden. Zij
kunnen zich namelijk
razendsnel uitbreiden en in
korte tijd kunnen meerdere
generaties ontstaan. U kunt
de bladluizen
gewoon wegspuiten met een
harde waterstraal.
* Blauwe druifjes lenen zich uitstekend om in grote groepen te worden geplant. Zet eens een dichte rij blauwe druifjes voor een groepje heesters. Ze zorgen op die plek voor een bruisend blauw accent.
* Als u blauwe planten of bloemen in uw tuin wilt zetten, plant ze dan vooraan want de kleur blauw valt gauw weg in uw tuin.
* Blauweregen is
een klimmer met een enorme
groeikracht. Ideaal om tegen
een pergola of muur te
planten.
Ook bij de
blauweregen kan
bloei jarenlang achterwege
blijven. Zet deze klimmer
bij voorkeur op een zonnige
plek sn snoei de uitlopers
in januari en in de zomer
terug. Dit zal het vormen
van bloemknoppen bevorderen.
* Sommige planten, zoals ficus, kerstster en Christusdoorn, gaan bloeden als men ze stekt. (Oppassen met het sap van de Christusdoorn, dat giftig is). Het bloeden kan worden gestelpt met behulp van sigaren- of sigaretten as.
* Ook in de winter kan men bloeiende takken in huis hebben door bv. vlier- en lauriertakken af te snijden en in een warme kamer te zetten, terwijl in het vroege voorjaar de forsythia (nog in de knop) zich daarvoor leent.
* Saai grijze, eterniet bloembakken
kunnen worden geverfd met
betonverf.
Bloembakken
op balkons of terras moeten
vaak water hebben en
wekelijks mest.
Het geven van water in de bloembakken
gaat makkelijker als de bak
niet tot de rand met aarde
is gevuld.
Plastic bloembakken
en potten moeten gaatjes in
de bodem hebben om te
voorkomen dat de plant
verdrinkt.
Om geen kringen van
bloembakken en
-potten te krijgen op uw
tuintafel kunt u onder de
bloembakken plakjes kurk
plakken. De kringen behoren
dan tot het verleden.
* Hoe later de
bloembollen in de
herfst de grond in gaan, des
te later heeft men er in het
voorjaar plezier van.
Pas geplante
bloembollen zijn
erg gevoelig voor
nachtvorst. Men kan het
beste direct een goede
bedekking van turfmolm, blad
of takken aanbrengen tegen
eventuele vroege nachtvorst.
Lege eierdozen kunnen dienst
doen als bewaarplaats voor
bloembollen.
Het blad van
bloembollen
zoals tulpen en narcissen,
wordt langzamerhand geel in
april/mei. Haal de bladeren
nog niet weg. Als ze
namelijk worden weggeknipt
maken de bloembollen
geen voedingsstoffen meer
aan. En dan bloeien de
bloemen volgend jaar niet
meer.
Knip de bloemen weg en laat
de rest staan. Laat de
bollen gewoon in de
grond zitten en geef ze wat
mestkorrels.
Van bloembollen
plant de bollen altijd
rechtop met de neuzen naar
boven. Aan de verdroogde
wortelresten kunt u trouwens
goed zien wat de onderkant
is.
Het planten van
bloembollen is een
kinderlijk eenvoudig werkje.
Steek er als
geheugensteuntje een labeltje
bij om te onthouden wat u
geplant heeft. Kies voor een
kleurenthema en plant
allerlei soorten
bloembollen in
verschillende schakeringen
van één kleur in de tuin of
in potten op het terras.
Voor een doorlopende bloei
zet u de bloembollen
dicht bij elkaar in laagjes
met aarde ertussen. Grote
bollen onderin en kleine
bolletjes bovenin.
Bloembollen
planten is makkelijk; en
goede vuistregel is: plant
een bloembol
tweemaal zo diep als hij
hoog is.
Bloembollen
doen het prima onder bomen,
struiken of in het gazon.
Ze bloeien zelfs op plaatsen
waar andere planten het
laten afweten.
Ook in potten en bakken doen
bloembollen
het goed. Kies altijd ruime
potten met afvoergaten en
leg een laagje potscherven
onderin. Gebruik verse
potgrond.
Weet u in het najaar nog
niet waar u de
bloembollen wilt
hebben? Plant ze dan in
potten om ze in het voorjaar
neer te zetten in de border,
op het terras of op
het balkon.
Koop bloembollen
bij betrouwbare aanbieders. Bloembollen
moeten stevig aanvoelen en
er gezond en niet verdroogd
uitzien. Om zeker te zijn
van topkwaliteit kijk naar
een keurmerk.
* Om afgesneden bloemen in een vaas langer fris te houden, legt u een beetje stijfsel in het water.
Wilt u op een feestje met een bloem in uw knoopsgat verschijnen, brand dan het steeltje eerst even af met een lucifer. De bloem blijft dan langer goed. Laat bloemen eerst een poosje in het papier en in water staan, voordat u ze in de vaas doet en snijd de stelen schuin af, zodat het water gemakkelijk kan worden opgenomen. Plaats geen anjers of rozen in de nabijheid van een schaal, waarop appels liggen. De bloemen zullen spoedig verwelken. Begiet uw bloemen op warme dagen niet met koud, maar met lauw water.
Wilt u bloemen
in een vaas langer
goed houden, doe dan een
paar druppels kamferspiritus
in het water.
Verwijder uitgebloeide
bloemen dit
bevordert de bloei van de
overige bloemen en geeft een
verzorgde aanblik.
Bloemen die
snel verwelken kan men weer
oppeppen door een
aspirientje in de vaas te
doen.
Planten gedijen het
best wanneer verwelkte
bloemen en
blaadjes er regelmatig
worden uitgehaald. Bij
cyclamen en Kaapse viooltjes
moeten de uitgebloeide
bloemen
niet afgeknipt worden, maar
afgedraaid.
Zet uw snijbloemen in priklimonade in plaats van gewoon water. Ze blijven langer goed.
Bloemen
die u een weekend lang moet
bewaren, kunt u in de
koelkast leggen als deze op
de minimumstand staat.
Bloemen en
bladeren kunnen worden
gedroogd tussen vloeipapier
in een dik boek, maar dan
bestaat de kans dat er
vlekken in het boek komen.
Uienbloemen zijn
erg decoratief en
gemakkelijk zelf te drogen.
Men moet ze echter niet
ondersteboven hangen omdat
de stelen dan kromtrekken.
Het beste gaat het als u ze
in een vaas zonder water
laat staan.
Vrijwel alle bloemen
kunnen gedroogd worden als
men het boeket omgekeerd op
een droge, luchtige en
donker plaats hangt.
Een betere methode is de
bloemen en
bladeren te drogen in een
speciaal droogpersje. Zij
zijn wel in de handel, maar
men kan ze ook zelf maken
met behulp van een paar
stukken hardboard en boutjes
met een vleugelmoer. In het
persje worden de
bloemen tussen
filtreer- of krantenpapier
gelegd.
Als u bloemen
koopt, kijk dan naar het
snijvlak van de stelen. Die
kunnen u vertellen over de
versheid van de
bloemen.
Bloemen
waar de blaadjes van
uitvallen, kunt u nog één of
twee dagen langer houden,
door ze aan te stippen met
kleurloze nagellak. Geknakte
stengels met plakband
omwikkelen.
Bloemen
spreken een symbolische
(poëtische) taal:
De roos is de bloem
der liefde.
Voor viooltje staat
nederigheid.
De lelie betekent
onschuld.
De korenbloem standvastigheid.
De lauriertak duidt
op roem.
De ridderspoor eer.
De cypres rouw.
De eikentak kracht.
* Hoge
bloemenvazen staan
steviger als op de bodem een
laagje zand of kiezelstenen
wordt gestrooid
Bolbuikige
bloemenvazen zijn
erg leuk, maar als u er
bloemen in schikt, valt het
geheel uit elkaar. Doe het
eens als volgt: neem een
yoghurtbekertje en knip de
onderkant eruit. Die het
bekertje in d vaas en zet
daar de bloemen in. Het
staat veel beter en u ziet
er niets van.
* Bloempotten dienen
schoon te zijn om zuurstof
door te kunnen laten.
Tussen bloempot en
sierpot moet een beetje
ruimte zijn aangezien anders
de zuurstoftoevoer naar de
plant wordt belemmerd. Is de
ruimte tussen beide potten
zo groot dat de plant als
het ware dreigt te
‘verdrinken’ in de sierpot,
dan kan de bodem worden
opgehoogd met ca. 4 cm.
zand, fijn grind of
knikkers. Dit laagje mag
evenwel nooit onder water
komen te staan en het moet
regelmatig worden ververst.
Bloempotten
worden waterdicht, als u ze
in paraffine doopt.
Lelijke witte kalkvlekken
verdwijnen weliswaar
ook door afwrijven met
azijn, azijnessence,
staalwolsponsjes, maar met
nog minder moeite gaat het
als u een WC reiniger
gebruikt.
* Wil men slechts een
paar bloemen in een vaasje
zetten, dan moet men een
oneven aantal nemen. Volgens
de regels van het
bloemschikken.
Handige
hulpmiddelen bij het
bloemschikken zijn,
naast bloemprikker en oasis,
een stukje kippengaas, een
paar rabarber- of
koolbladeren. Als vulling
kunnen o.a. gipskruid en
takjes van de conifeer
worden gebruikt.
Is de vaas die men
wil gebruiken te wijd en te
ruim, dan kan men er een
kleiner vaasje inzetten. Er
is niets meer van te zien
als men de bloemen er inzet.
* Bloesemtakken
blijven langer goed in
water, waarin een flinke
schep suiker is toegevoegd.
Door stelen van
bloesemtakken plat
te slaan kunnen ze meer
water opnemen en blijven ze
langer mooi.
* Boekenluis voelt zich ook op zijn gemak op andere plaatsen dan boeken, bv. in meel, havermout en meubilair. Frisse lucht en zon zijn zijn vijanden en wanneer u hem in een pak meel aantreft kunt u dat beter weggooien.
* Een klein
boeket in een grote
vaas? Dat kan als u een
kleine vaas in de grote zet,
zodanig dat het niet te zien
is.
Het boeket
valt dan ook niet uit
elkaar.
Schenkt u een boeket
uit eigen tuin, snijd dan de
bloemen af zo vroeg mogelijk
in de morgen. Daarna
inpakken in vochtig gemaakt
papier.
Wilt u lang plezier hebben
van uw bosje hei uit een
boeket? Zet
de takken in een plastic
emmer, die voor 3/4 gevuld
is met vers water, vermengd
met 1 l zoutzuur van de
drogist; vervolgens de
stelen samenbinden en met
een knijper aan de waslijn
hangen. Als ze gedroogd
zijn, vallen de bloempjes
niet meer uit. Doe wel
rubberhandschoenen aan.
Zomerbloemen uit de tuin als
boeket
behouden hun kleur en
stevigheid als ze met de
kopjes naar beneden in een
emmer worden gehouden,
terwjil deze door een tweede
persoon voorzichtig met
volkomen droog, fijn zeezand
wordt gevuld.
Op zijn vroegst na zes weken
eruit halen.
Grassen en aren, maar ook
takken met bloemvruchten bv.
van papaver of juffertje in
‘t groen, ondersteboven op
een schaduwrijke plaats te
drogen hangen.
Takken met herfstloof
afsnijden, zodra de bladeren
beginnen te verkleuren. Dan
de bladeren één voor één
droogstrijken met een
strijkijzer, ze vallen niet
af. Dit is bijzonder
geschikt voor beukentakken.
Men kan de takken ook in een
mengsel van half water, half
glyvcerine neerzetten en ze
er na een week uitnemen. Ze
blijven maandenlang mooi,
ook in een boeket.
Wilt u dat siergrassen
meerdere jaren goed
blijven, bestrijk ze dan
met spiritus of lak en
dompel ze er snel in onder.
Wel krijgt de oppervlakte van
het boeket door de lak een
lichte glans.
* Boerenjasmijn kunt u op de plek zelf vermeerderen door de jonge scheuten af te leggen. Neem hiervoor een soepele scheut, buig deze naar de grond en schraap wat bast weg. Op deze plek zullen zich snel wortels vormen. Leg de scheut op de grond, prik hem vast met een tentharing en dek af met wat aarde. Bescherm de jonge scheut tot slot met een steen. Na den groeizame zomer is de scheut geworteld en kan hij in de herfst van de moederplant worden afgeknipt om opnieuw uitgeplant te worden.
* Echte bonsai’s, vaak tegen de 100 jaar oud, zijn duur en in centraal verwarmde ruimten moeilijk in leven te houden. Snijd in plaats daarvan in januari of februari een, niet helemaal goed in ontwikkeling gekomen, vergroeide tak van een haagbeuk. In sfagnum zetten, in een platte schaal doen, deze met kiezelstenen vullen. Het sfagnum moet ook met kiezelstenen bedekt zijn. Dagelijks vers water bij doen. Houd de kamerlucht vochtig.
* Geef buitenplanten die in de border staan één keer per week veel water. Dat is beter dan elke dag een klein beetje. Als u dagelijks een beetje water geeft, bereikt het water nooit de wortels. Door eenmaal per week flink wat water te sproeien, ontwikkelen die planten langere wortels, waardoor ze ook dieper in de bodem water opzuigen. Zo raken ze beter bestand tegen drogere periodes.
* Een oude box is prima geschikt om de dienen als hok voor konijnen of cavia’s. Bekleed de box met een oud beddenlaken tegen de zon en vlecht kippengaas door de spijlen.
* Vooral de jonge dikke groene takken dragen volop bramen, knip de oude bruine takken helemaal af. Zet de jonge takken vast aan de muur of andere ondergrond.
* Afgevallen bladeren zijn goed te gebruiken als (broeiende) onderlaag in broeibakken.
* De bromelia heeft een positieve invloed op de luchtkwaliteit in huis en is er in allerlei kleuren.
* Bruine
randjes aan uw kamerplanten
komen het vaakst voor in de
herfst en winter als de
verwarming weer aangaat.
Keer een schoteltje om en
zet het omgekeerd in een
laagje water, onderin de
bloempot. Het water verdampt
langzaam en de plant staat
in een vochtiger klimaat.
Ook een manier om de
luchtvochtigheid te verhogen
bij het stoken met een CV is
de plant de cyclaam aan te
schaffen. Als de
luchtvochtigheid te laag is,
geeft de plant vocht af door
de huidmondjes op haar
bladeren. Hoe droger de
lucht, hoe meer vocht de
plant afgeeft, wat een
gunstig effect heeft op o.a.
droge ogen en geprikkelde
luchtwegen. Juist in de
wintermaanden bloeit de
cyclaam uitbundig in de
huiskamer, bij voorkeur in
vochtige potgrond en buiten
het directe zonlicht. Bied
de plantin het voorjaar een
pot met verse aarde aan.
* Een buxushaag
kan nu gesnoeid worden
(mei), snoei altijd op een
bewolkte dag, anders bestaat
de kans dat de hele haag
vergeelt door de zon. Van
zijtakken van 10 cm. kunt u
stekken maken. Een stek met
een voetje heeft het meeste
kans op volgroeiing. Scheur
daarvoor de stek van de
buxus
voorzichtig van de tak. Haal
de onderste bladeren eraf en
stop de stek in humusrijke
aarde onder een grote boom
waar niet te veel zon komt.
Zet hem in het volgende
voorjaar op de goede plek.
Zo wordt de haag de trots
van de tuin …. en hij is nog
gratis ook.
Blijf bij droog weer
regelmatig water geven zodat
de aarde rondom de
buxus niet
uitdroogt.
Om een buxus mooi
te houden wordt deze
tweemaal per jaar
geknipt: half mei en en in
augustus september.
De blaadjes van een pas
geknipte buxus
kunnen gemakkelijk
verbranden, knip daarom bij
voorkeur wanneer er een
aantal dagen minder zonnig
weer wordt voorspeld.
Voor het knippen van een
strakke buxushaag
helpt het om een touw te
spannen, zodat u niet scheef
knipt.
Voor het knippen van een
kegel- pf piramidevorm kunt
u gebruik maken van stokken
die u schuin langs de
buxus
steekt.
Het knippen van bollen en
speciale vormen zal op het
oog moeten gebeuren en
vragen wat meer behendigheid
van de knipper.
* Trekt het speelse gedans van bijen u aan, dan moet u bernagie of komkommerkruid in uw tuin zetten. Bijen zijn verzot op de blauwe bloemetjes. Het gewas kan behalve als lokmiddel voor bijen dienst doen als groenbemester en bodembedekker. U kunt het kruid gebruiken in sla of bij spinazie.
C.
Cactussen
staan ‘s winters graag op
een lichte, koele
(natuurlijk wel vorstvrije)
plaats, terwijl ze in dit
jaargetijde maar heel weinig
water nodig hebben. Wie zich
aan deze bescheiden
behandeling houdt, zal de cactussen
eerder in bloei krijgen.
De beste cactusaarde is
potgrond met een beetje grof
zand en fijne klei er
doorheen.
De cactus doet
het uitstekend voor een raam
op het zuiden, waar het veel
te warm zou zijn voor andere
planten.
* Zet eens wat glaasjes op tafel met calla’s erin. Met zoveel kleuren staat dat heel leuk.
* De campanula (Ster van Bethlehem) een vaste, bloeiende hangplant, staat schitterend als u er een aantal in een mand zet, zodat de bloemen weelderig over de rand kunnen groeien. De grond moet altijd vochtig zijn en tijdens de bloei kan de plant wel wat extra vocht gebruiken. Als u de uitgebloeide bloemetjes weghaalt, maakt u daarmee meer plaats voor nieuwe. et de plant opeen lichte plaats, maar niet in de felle zon. Als de plant wat te slierterig wordt, kunt u er met behulp van groen bloemisten ijzerdraad onopvallend wat meer model in brengen.
* De fijngestreepte blaadjes van de chlorophytum doen wat aan gras denken, maar in werkelijkheid is deze plant familie van de sierlelie. De plant bestaat uit lange uitlopers en daarom is het verstandig om hem of in een hoge pot te zetten, of op een hoge plaats, zoals bovenop een kast. Eigenlijk zijn deze uitlopers allemaal jonge plantjes, die gemakkelijk wortels maken als ze in aarde worden gezet. Deze plant heeft veel water nodig en soms in de twee weken wat vloeibare mest.
* Chrysanten die slap worden, korte tijd in kokend water zetten en meteen daarna weer in koud. De levensduur wordt bevorderd als u de stelen beklopt en ze snel met een lucifer afbrandt.
* Citroengras (Cymbopogon citratus) if sereh wordt veel gebruikt in de Aziatische keuken. Het is een fraaie plant die even geurig als ongebruikelijk is, maar vooral makkelijk te planten. Zet een paar verse stengels (hoe verser hoe beter) in een glas met water, met het dikke uiteinde naar beneden, op een zonnige vensterbank. Citroengrasstengels zijn te koop in toko’s, supermarkten of op de markt. Na een paar weken is er een wirwar van witte, naar citroen geurende worteltjes uit de stengels gekomen die u dan in vochtige compost kunt planten. Zet de plant op een zonnige plek, geef één keer per week water en u heeft het hele jaar door vers citroengras.
* Er zijn veel
verschillende soorten clematissen.
Zet in de buurt van een
voorjaarsbloeiende Clematis
montana ook een soort die in
de zomermaanden bloeit.
Bloeit de clematis
voor de langste dag (21
juni) dan is het een
vroegbloeiende soort. Deze
worden na de bloei gesnoeid.
De vroegbloeiende
clematis montana
snoeit u alleen als u vindt
dat de plant te groot wordt.
Is de standplaats goed, dan
kan de clematis
flink oud worden. Deze
klimmer houdt van een
humeuze, goed
waterdoorlatende grond, wat
schaduw op zijn voet en veel
zon op zijn bloemen. Plant
clematis
flink diep (de kluit mag
15cm. diep) in een goed
voorbereid plantgat. Het is
belangrijk om de voet
ieder jaar met mulch (bv.
grasmaaisel) te bedekken en
in droge periodes water te
geven. Ook is jaarlijks
bemesten echt nodig.
clematisscheuten
wortelen als vanzelf door ze
naast de wortelkluit ondiep
in te graven Maak en
bestaande scheut los, graaf
hem in en bind de scheut
opnieuw aan. De scheut, die
gewoon aan de moederplant
vastzit, wortelt en
maakt extra scheuten.
Hierdoor groeit de
oorspronkelijke
clematis sterk uit
en groeit hij niet alleen in
de lengte. Clematis
kan worden aangebonden aan
een rek of pergola, maar als
hij in een boom kan groeien
toont hij extra natuurlijk .
Grootbloemige
clematissen met een
vroege bloei snoeit u licht
terug na de bloei. Knip om
herbloei te bevorderen de
dunne takken wat rigoureuzer
terug.
Clematissen
die na de langste dag
bloeien, worden in het
voorjaar gesnoeid. Snoei de
geelbloeiende
clematis tangutica
tot vlak boven de grond. De
grootbloemige soorten licht
snoeien en alleen de dunnere
takken afknippen.
Clivia’s
moeten ook in de zomer
voldoende water en eenmaal
per week vloeibare mest
hebben. De bladeren
regelmatig afsponsen.
Uw oude plant behoeft
meestal niet verpot te
worden. Grote potten zijn
niet goed.
* In uw moestuin zijn de volgende combinaties van kruiden en groenten beter voor de groei, en schadelijke insecten worden geweerd:
* Om compost
te maken, kunt u beter niet
teveel koffiedrab gebruiken.
Koffiedrab is licht zuur en
niet goed voor kalkminnende
planten zoals lavendel. Ook
is het niet goed voor
kamerplanten omdat er andere
teveel zouten in de potgrond
komen.
Voor andere planten is
compost
uiteraard wel goed. Zet een
plastic buis waarin u gaatje
heeft geboord rechtop in de
composthoop.
Rond die buis kunt u de
compost
opbouwen. De buis zorgt voor
de luchtaanvoer. U kunt zo
ook water toedienen.
Een geurloze
compost hoop kunt u
verkrijgen door alleen rauw
afval van groente en
fruit en daarnaast de inhoud
van koffiefilters, maar dan
niet de zakjes, op de
composthoop
te gooien. Als u telkens wat
aarde uit de tuin over het
afval gooit, blijft de
composthoop
geurloos.
Dus op de composthoop
gooit u theebladeren,
schillen, groente afval,
verwelkte bloemen, bladeren,
gemaaid gras en
bovengenoemde koffieprut.
Als u er gekookte groente en
andere etensresten op gooit,
dan gaat de composthoop
stinken en krijgt u een
vliegenplaag.
Bij droog weer de
composthoop nat
maken met een emmer water.
De composthoop
verder regelmatig goed
aanstampen en na een week of
tien eens kijken of de
compost
binnenin de berg al zwart en
korrelig (goed voor gebruik)
is.
Als u een composthoop
heeft, zaai dan in mei
pompoenpitten in de hoop. De
voedzame grond is een ideale
plek voor de pompoenen. In
korte tijd groeien de zaden
uit tot planten met grote
bladeren en mooie vruchten.
En van de
composthoop is
niets meer te zien.
* Corsages van verse bloemen blijven langer goed als de steel even wordt dichtgeschroeid. Ook kan het uiteinde van de steel in een nat watje met aluminiumfolie er omheen worden gewikkeld.
* Een cyclaam
houdt niet van veel warmte.
Zet de plant niet dicht bij
een warmtebron maar wel zo
licht mogelijk. De pot kan
men het beste op een
omgekeerd schoteltje in een
bakje water zetten. s
Morgens lauw water geven,
maar zorg dat de knol niet
nat wordt. Let op dat de pot
na het gieten niet in een
laag water blijft staan,
maar de cyclaam
houdt wel van veel water.
Uitgebloeide cyclaambloemen
moeten voorzichtig
losgedraaid worden van de
knol. Nooit trekken, dan
blijven er resten zitten die
gaan rotten.
Een cyclaam
bloeit in de herfst en de
winter.
Cyclamen
blijven langer goed als u de
uiteinden van de stelen ong.
2 cm. diep insnijdt.
D.
Na de eerste nachtvorst
kunt u de knollen uit de
grond halen. Knip de stelen
tot op ong. 15 cm. terug.
Spoel en borstel de knollen
van de dahlia
zachtjes af en hang
er – als u de naam weet –
een label aan.
Leg ze vervolgens
ondersteboven. Als ze na een
paar dagen droog zijn kunt u
ze het beste op een
vorstvrije plek in een krat
of doos bewaren. Vul de doos
met droge turfmolm en leg de
knollen zo diep dat de oude
bloemstengels er net
bovenuit steken.
Naast turfmolm worden ook
wel kattenbakkorrels
gebruikt om dahlia’s
‘s winters te
bewaren.
Als de dahlia
ong. 40 cm. hoog is, wordt
de centrale scheur
afgeknepen om de groei van
de zijscheuten te
bevorderen.
Verwijder het bovenste paar
knoppen als de plant 6 tot 8
zijscheuten heeft. Bind de
stengels op aan stokken.
Verwijder de zijknoppen
onder de eindknop van
iedere plant, opdat de
overblijvende knop een
grotere bloem vormt.
Een dahlia
in de vaas houdt niet van
tocht. Verder is het aan
te raden het water vaak te
verversen.
* Delen van planten, zoals astilbe en hosta, kan door de wortels te scheiden. Dit kan van de late herfst tot in het vroege voorjaar. In het voorjaar kunt u beter zien waar zich nieuwe scheuten hebben gevormd, zodat u ze beter kunt delen.
* Dennenappels van verschillende grootte gedurende een nacht in een zeer sterke zoutoplossing leggen, dan op krantenpapier drogen. Er komen dan mooie sneeuwkristallen op de dennenappels.
* Dennengeur in huis kan ook door een handvol frisse dennennaalden in het verdampingsbakje van de CV. Of verbrand een klein dennentakje boven een kaarsvlam.
* Dennentakken voor kerstversieringen blijven langer fris, als ze eerst schuin worden afgesneden en 24 uur in water worden gezet. Dan de snijvlakken afsluiten met nagellak, plasticlijm of verbandspray.
* De doornen van rozen moet u van de stelen afhalen als u ze in een vaas zet. U kunt dit gemakkelijk doen met een pannenspons.
* Droogbloemen
blijven langer goed als u er
haarlak op spuit.
Ook een idee is om de
droogbloemen
met restjes verf na het
paaseieren verven soort bij
soort van een nieuw kleurtje
te voorzien, ze te laten
drogen en dan opnieuw te
schikken.
* Duizendpoten vreten de ondergrondse plantendelen aan. Door alle aarde radicaal te vervangen zijn duizendpoten te verwijderen.
E.
* Eetbare
planten in halfschaduw zijn
aardappel, bieslook,
boerenkool, biet, braam,
kervel, kruisbes, laurier,
munt, peterselie, pronkboon,
rabarber, radijs, rucola,
sla, snijbiet, spinazie,
veldzuring en zwarte bes.
De beste opbrengst van
eetbare
planten geven: aardbei,
basilicum, bieslook, biet,
bonenkruid, dille, dragon,
knoflook, koriander,
laurier, majoraan, oregano,
peterselie, pronkboon,
rozemarijn, rucola, salie,
sjalot, sla, snijbiet,
Spaanse peper, sperzieboon,
tijm, tomaat, veldzuring en
wortel.
* Met zijn haakvormige stekels hecht de egelantier zich om andere heesters en bomen en zo zorgt hij voor een haast ondoordringbare afscheiding van het erf. Het voedsel uit bloemen en bottels van deze roos helpt insecten en vogels. De roos vormt lange ranken en vraagt weinig onderhoud. Plant hem aan de zonnige kant van een boswal. Egelantier (Rosa rubiginosa) is een zomerbloeier, de bloem -rozerood met een wit hart- is enkel en open. De lichte bloemen, waar het water snel afstroomt, blijven ook mooi in een regenachtige zomer. Blad en bloem geuren naar appeltjes.
* Egels
houden van een beetje ruigte
in uw tuin, dus snoei alles
niet teveel terug, maar laat
een beetje rommel achter,
waarin de egels
een schuilplaatsje kunnen
vinden.
Egels
houden van kattenbrokjes,
een portie meelwormen, maar
geen melk. Wel een ondiep
bakje water is fijn voor ze.
Egels
houden van slakken, let dus
op met slakkengif.
* Fijngemalen eierdoppen kunt u zeer goed gebruiken als meststof voor planten. Ook het water waarin eieren gekookt zijn, is goed.
* Engerlingen
(larven van een meikever)
wilt u niet in uw tuin
hebben. Waar papavers
groeien zijn nooit engerlingen.
Mest uw tuin daarom
overvloedig met kalk, dat
helpt bij de bestrijding van
engerlingen.
F.
* Een ficus moet in een warme kamer staan, plaats deze plant dus in een kamer waar dag en nacht gestookt wordt. Maar zorg voor een vochtige omgeving. Gebruik een plantensproeier of een dubbele pot.
Bloemen en planten f t/m k
Indien een ficus niet verder groeit, dan is dit te wijten aan lichtgebrek. Deze plant kan niet tegen tocht en stelt prijs op een verblijf in een verwarmde kamer. In de winter weinig water geven en eenmaal per week de bladeren afsponsen met lauw water.
Worden de bladeren van uw
ficus geel,
dan kan dit veroorzaakt
worden door het geven van te
koud of te warm water.
Ongedierte kan eveneens de
oorzaak zijn, hiertegen
gebruiken we een
nicotinebespuiting.
Uw ficus
groeit breed als een struik,
als u de middenstam op ong.
40 cm. hoogte scherp
afsnijdt en de wond snel met
een brandende lucifer
dichtplakt, zodat hij niet
leegbloedt.
* Fruitbomen, die
tijdens de bloei worden
besproeid, zullen meer
vruchten leveren.
Door de bomen op de dag voor
de pluk flink te besproeien,
zal men vol, fris fruit
oogsten.
De bomen van appels, zoete
pruimen, kersen, perziken en
bessen hebben meer kalk
nodig dan die van peren,
morellen en kwetsen (een
soort pruimen)
Fruit.
Knoppen van
fruitbomen die na
een nachtvorst binnenin
zwarte puntjes vertonen,
zijn bevroren en zullen geen
vruchten geven.
* Een middeltje tegen fruitvliegjes kan zijn om een schoteltje neer te zetten met azijn en een druppel vloeibare zeep.
* Een fuchsia
kunt u stekken als volgt:
1. Snijd met een scherp,
schoon mes de stek schuin
aan
2. Halveer de blaadjes
3. Houd de stek in de
stekpoeder en zet hem in een
pot met zaai- en stekgrond
en geef water. Heeft de stek
wortels gekregen, dan kan
hij in de potgrond
worden gezet. Dit geldt ook
voor de geranium.
Het uiteinde van een
fuchsia
aftoppen als de plant drie
paar bladeren heeft gevormd.
Hierdoor wordt vorming van
nieuwe zijscheuten onderaan
de stengel bevorderd.
Verwijder enkele weken
later, als er zich nieuwe
scheuten hebben gevormd, de
bovenste bladeren van
elke zijscheut om verder
vertakken te bevorderen.
Ga door met toppen van de
uiteinden van de zijscheuten
als de deze zich
ontwikkelen.
Stop met toppen als de plant
een symmetrische vorm heeft
met een evenwichtig
verspreide scheuten. Planten
met slappe takken moeten
worden gesteund.
Stekken moet vroeg in de
herfst geschieden. De plant
kan, mits goed beschermd,
buiten blijven.
G.
* Houd bij het inzaaien
van uw gazon
rekening met de volgende
aanwijzingen:
- spit de bodem goed om,
zodat er genoeg lucht in de
grond zit
- verdeel het graszaad
gelijkmatig met een
strooiwagen. Niet met de
hand uitzaaien want dan
groeit op de ene plek veel
gras en op de andere niets
- gebruik kiemkrachtig
graszaad en meststoffen die
voedingsstoffen gedoseerd
afgeven
- kies graszaad dat past bij
de ligging en het gebruik
van uw tuin, bv. graszaad
voor speel- en siergazons
- besproei de grond
dagelijks, dan ontkiemt het
gras sneller
- wees geduldig en zaai niet
te snel bij. Het kan vier á
vijf weken duren voordat er
een mooie grasmat ligt.
* Misschien makkelijk om te weten: gele bloemen zijn over het algemeen sterker dan bloemen van een andere kleur.
* Het is raadzaam om
geraniums
en fuchsia’s te toppen.
Weliswaar vertraagt dat de
komst van de eerste bloemen,
maar u krijgt er een veel
fraaier gevormde plant van.
In plaats van een stengel in
de lucht, krijgt u een veel
vertakte en vollere plant.
In de eerste week van april
neemt u de top uit de
planten door hem eruit te
knijpen. Van de nieuwe
takken die zich ontwikkelen,
verwijdert u de zwakste.
Geraniums
die ‘s zomers naar buiten
kunnen, moeten met pot en al
in de bloembak of de grond
worden gezet. Haalt men de
pot eraf dan krijgen de
wortels teveel ruimte en
wordt de bladgroei in plaats
van de bloei bevorderd.
Bovendien is het dan veel
moeilijker ze voor de winter
weer uit te graven.
Geraniums
die hebben overwinterd op
een koele plek, moeten in
het voorjaar verpot en in
het licht gezet worden. Een
beetje in snoeien en steeds
meer water geven. Niet al te
warm zetten dan lopen ze
snel uit en krijgen ze lange
slappe sliertstengels en
weinig bloemen.
Graaf de planten voor de
eerste vorst uit en schud
de losse grond uit de
wortels. Snoei de stengels
tot zo’n 10 cm. terug en
verwijder de bladeren. Snoei
de wortels tot zo’n 5 cm.
terug.
Vul een bak met zaaicompost
en plant de planten zodanig
dat ze elkaar niet
raken. Vul op met compost,
geef dan water en laat
uitlekken.
Zet de planten op een
vorstvrije plek, tot de
nieuwe scheuten verschijnen
en pot ze dan op. Van de
nieuwe scheuten kunnen in de
lente stekken worden
gesneden.
Nog een manier: Kies sterke,
gezonde scheuten (die niet
gebloeid hebben) en snijd ze
iets boven de derde knoop
vanaf de groeitop. Snijd
elke stek iets onder de
onderste knoop vanaf de
groeitop. Snijd elke stek
iets onder de onderste
knoop en verwijder de
onderste bladeren.
Kies een pot afhankelijk van
het aantal stekken: er
kunnen 5 stekken in een pot
van 13 cm. Vul de pot met
zaai- of stekcompost, druk
stevig aan en zet de pot in
een bak water, tot het
oppervlak van de compost
vochtig is geworden. Laat de
pot dan uitlekken. Steek de
stekken in de compost en
druk de grond stevig aan.,
zodat er geen lucht rond de
stekken blijft zitten. Geef
ze nog geen water.
Zet de pot op een lichte,
warme plek, maar niet in de
volle zon. Geef de stekken
na een week op dezelfde
manier, als boven, water.
Herhaal na een week of tien
dagen. Tegen die tijd moeten
de stekken gaan wortelen.
Zodra de stekken wortels
hebben gevormd (en er nieuwe
bladeren verschijnen) kunnen
ze in de goede bakken worden
gezet.
Citroengeraniums
verspreiden een heerlijke
citroengeur. Dit is voor
muggen heel vervelend. Het
is een vaste plant, die
vooral in de zomer hard
groeit, en als het meezit,
sierlijk rosé bloeit.
De plant heeft de neiging
alleen bovenaan lange
uitschieters te laten
groeien, waardoor de
onderkant wat kaal lijkt.
Dit kunt u voorkomen door
een aantal jonge citroengeraniums
bij elkaar in een pot te
zetten, zodat het net één
volle plant lijkt en de hoge
uitschieters af en toe af te
knippen. Dan gaat de citroengeranium
onderaan weer nieuwe
blaadjes maken. Geef de
plant veel water, want door
al die bladeren verdampt er
ook veel.
* Gerbera’s
blijven
aanmerkelijk langer goed als
de bloemenvaas maar voor
een derde gevuld is met
water. Dagelijks te verversen.
Zet de gerbera
in het licht, maar niet in
de zon, zodat de knoppen de
kans krijgen zich rustig te
ontwikkelen. Een beetje
vloeibare mest doet de plant
goed.
Giet lauw water onder de
bladeren van de
gerbera. Als u op
de bladeren morst, kunnen er
namelijk bruine vlekken
ontstaan.
* Pak na het schoonmaken en drogen van uw tuingereedschap een oude lap gedrenkt in plantaardige olie en smeer daar het gereedschap mee in. Helemaal schoon en klaar voor volgend gebruik.
* Laat uw metalen
gieter nooit op een
droogje staan. Hij gaat dan
roesten.
Zet uw gieter
altijd gevuld met water weg,
dan zult u van roestvorming
geen last hebben. Bovendien
hebt u zo altijd water op
kamertemperatuur voor uw
plantjes. (geldt niet voor
buiten in de winter)
* Verschillende planten bevatten giftige bestanddelen. In ieder geval oppassen met: goudenregen (de peultjes), ricinus of wonderboom, peperboompje, jasmijn, kerstroos, lupine, monnikskap, ridderspoor, tabaksplant, dief van bachia, oleander, vingerhoedskruid, IJslandse papaver, lelietje van dalen, aardappelplant en vogellijm.
* Bij gladiolen altijd de bovenste driebloemknoppen eruit halen, dan worden de overige bloemen groter en mooier.
* Glazen potten van bv. augurken, jus ‘d Orange o.i.d. kunnen dienst doen als plantenpot. Als u er grind en potscherven in doet vinden de planten het ook fijn.
* Goudsbloemen verdrijven mieren.
* U kunt voorkomen dat het gras tijdens het grasmaaien aan de maaier vastplakt door deze in te smeren met wat olie.
Het gras van een nieuw gazon is sterker dan het meeste onkruid. Alleen paardenbloem en weegbree kan men beter met wortel en al weghalen.
Gras tussen
de tegels van het terras is
gemakkelijk te verwijderen
nadat men heet, zout water
erop gegoten heeft.
Wanneer u precies langs de grasrand
een rij klinkers legt heeft
u geen last meer van
gras dat tussen uw
tuinpadtegels kruipt. U kunt
natuurlijk ook bielzen
neerleggen, maar dan bent u
een stuk duurder uit. Het
knippen van de grasrand
gaat zo een stuk
gemakkelijker.
Voor een volle, groene
Gras
moet u:
- regelmatig maaien (in de
zomer wekelijks)
- niet te vroeg in het jaar
beginnen met maaien, want
dan bestaat er nog de kans
op bevriezing
- de grasmaaier
goed afstellen. Door te kort
te maaien kan het gras
verbranden. Gele plekken in
het gazon zijn het gevolg
- zorgen voor genoeg
zuurstof in de ondergrond
door twee keer per jaar te
verticuteren. Hiermee wordt
gazonvilt uit het gras
verwijderd en krijgen jonge
grasscheuten meer licht en
lucht.
* Geen groene
vingers? Denk dan eens aan
een yucca, parapluplant of
een chlorophytum als
kamerplant. Een keer in de
week wat water en de planten
staan er florissant bij
zonder veel moeite.
* Sommige groenten kunnen ook in de bloementuin worden gekweekt. Uien, bieslook en knoflook tussen de rozen; sla tussen de goudsbloemen en bloemkool tussen de papavers.
* Ken uw grond.
Kennis van de
grondsoort in uw
tuin geeft u een voorsprong bij het verzorgen van uw bloemen en planten.
Met een glazen pot kunt u zelf een grove test uitvoeren.
Vul de pot voor tweederde
met water. Afvullen met tuingrond, deksel erop en
schudden. De tuingrond
zal in het water
uiteenvallen in zand, slib en klei.
Zand zakt het snelst naar
beneden en bedekt de bodem van de glazen pot. Slibdeeltjes zijn
langzamer en vormen op het zand een tweede laag.
Klei slaat pas na enkele uren neer en vormt de toplaag. Veel zand betekent lichte grond die wel wat mest en compost kan gebruiken. Veel klei duidt op zware grond; hier kunt u zand toevoegen als bodemverbetering. Ideaal is een gelijke verhouding van zand, slib en klei. Op deze leemgrond presteert uw groengoed optimaal.
H.
* Een goedkope
haag is te maken
van wilgen- of populieren
takken. Als men deze in het
voorjaar een flink eind in
de grond steekt, gaan ze
wortelen en uitlopen.
Een snelle groeier voor uw
haag
betekent ook veel snoeien.
Daar komt nog bij, dat
kleine planten veel beter
aanslaan, grotere planten
hebben veel meer moeite zich
in vreemde grond te
vestigen. Het duurt even,
maar na een paar jaar is het
verschil tussen groot en
klein verdwenen.
Kies voor een haag liever
geen zuilvormige coniferen,
omdat die ook altijd zuiltjes
blijven en het dus nooit een
lekkere dichte haag
wordt. Gewoon groeiende
coniferen vertakken zich
mooi in de breedte.
Taxus is de een van de
mooiste (en makkelijkste)
hagen. Ze
zijn ijzersterk, kunnen heel
oud worden en zijn tot op
hoge leeftijd goed te
verplanten. Taxus is in
iedere vorm te snoeien en
ook rigoureus terugsnoeien
vinden ze niet erg, de
haag loopt
gewoon weer mooi uit. Het
diepe groen van de taxus
zorgt zomer en winter voor
een mooie en rustige
achtergrond.
Lage hagen:
- Buxus- wintergroen,
snoei in mei en augustus, 7
planten p/m
- Lavendel- wintergrijs,
snoei eind maart en na bloei
augustus, 5 planten p/m
- Gamander- wintergroen,
roze bloei, snoei 2x per
jaar, 6 planten p/m
- Ganzerik (Potentilla)-
losgroeiende haag, snoei in
maart, 4 planten p/m
- Hypericum- gele bloei,
bessen, snoei maart, 4
planten p/m
- Heiligenbloem (Santolina)-
wintergrijs, snoei eind
maart, 7 planten p/m
- Spirea Japonica- losse
haag, snoei in maart en na
bloei, 6 planten p/m
Middelhoge hagen: (tot
ca. 1 m)
- Ligustrum vulgare-
elegante ligustersoort, 4
planten p/m
- Portugese laurierkers
(Prunus lusitanica)-
wintergroene klein bladige
laurier, zeer goed te
snoeien, 4 planten p/m
- Bottelroos (Rosa
rugosa)- uitbundige bloei en
bottels, 4 planten p/m
- Egelantier (Rosa rubignosa)-
blad geurt, bottels, 4
planten p/m
- Struikkamperfoelie (Lonicera
nitida)- wintergroen, groeit
snel en breed, dus vaak
snoeien
- Zuurbes (Berberis)-
ondoordringbaar, ook met
rood blad, 4 planten p/m
- Sneeuwbes- ook voor
schaduw, vaak knippen,
bessen, 4 planten p/m
- Spiraea arguta- bloeit
voorjaar, daarna knippen, 4
planten p/m .
Hoge hagen:
- Taxus baccata- de
beste soort giftig, 3
planten p/m
- Beuk (Fagus sylvatica)-
roestbruin blad in de
winter, let er wel op bij
aanschaf dat hij rondom
vertakt is.
- Haagbeuk (Carpinus betulus)-
sterk, verdraagt schaduw, 3
planten p/m
- Veldesdoorn of Spaanse
aak- sterk, loopt mooi rood
uit, 3 planten p/m
- Liguster- goedkoop, zeer
snelle groei, vaak snoeien,
4 planten p/m
- Meidoorn- vroeg groen,
ondoordringbaar, landelijk,
4 planten p/m
- Leylandcypres- sterk, maar
zeer snel groeiend, goed
bijhouden, want is niet in
oud hout terug te snoeien, 3
planten
p/m
* Als u uw handen
met handcrème insmeert,
voordat u in de tuin gaat
werken, uw planten gaat
verpotten of een ander
werkje gaat doen waar u
vuile handen
van krijgt, zult u merken
dat u uw handen
naderhand sneller schoon
krijgt.
Nog een idee is om de
handen voor
u ze gaat wassen, in te
smeren met citroen. Ze
worden heerlijk zacht en
schoon.
Ook kunt u een oude elektrische
tandenborstel gebruiken om
uw handen
schoon te poetsen.
* Oude handdoeken
zijn nog goed om te
gebruiken voor het afdrogen
van hond of kat na een
wasbeurt.
* Hangmanden
kunt u moeilijk bereiken om
ze water te geven. U kunt
dan een klein flesje in de
mand doen, voordat is ze
vult met aarde en
planten. In dat flesje prikt
u een aantal gaatjes en u
snij de bovenkant eraf. U
kunt dat flesje nu vullen
met water. Na een dag of
drie kunt u dat herhalen. U
zult zien dat het niet meer
lekt.
In hangmanden
zit vaak plastic op de
bodem. Let daarop en maak
een gat in dit plastic om
het water weg te laten
lopen.
* Hangplanten worden voller (en dus mooier) als men de lange uiteinden geregeld in snoeit.
* Heide
blijft langer goed als de
takjes enige uren in water
gelegd en daarna in een
vaasje zonder water gezet
worden.
Heide in
een vaas behoudt zijn kleur
als u een beetje glycerine
in het water doet.
* Groenblijvende heesters en bomen moeten vroeg in de herfst worden verplant, ze kunnen dan voor de vorst nog nieuwe wortels maken.
* Heliotropium (zonnewende) verspreidt zomers een heerlijke geur. In een pot met kalkhoudende grond voelen de plantjes uit Peru zich helemaal thuis. De sterkst geurende soorten zijn: “Charsworth”, “Princess Marina” en “Regal dwarf” .
* Takken met herfstbladeren blijven lang mooi als ze tien dagen in een mengsel van gelijke delen glycerine en water worden gezet en vervolgens aan de onderkant worden bestreken met doorzichtige vernis.
* Heeft u geen hor in het open raam staan, plaats er zo mogelijk een paar potten met ricinusplanten voor. De vliegen zijn op deze planten in het geheel niet gesteld.
* Wil men
hortensia’s met
blauwe bloemen dan kan men
roestige spijkers of
ijzervijlsel in de potgrond
mengen.
Ook een idee is om hortensia
Blauw van Pokon door het
gietwater te mengen.
Hortensia’s
beginnen in de nazomer al
bloemknoppen voor volgend
jaar te vormen. Wilt u wat
bloemen hebben voor een
boeket? Knip ze dan met zo
kort mogelijke stelen af. Zo
voorkomt u dat u de
bloemknoppen voor volgend
jaar afknipt.
U verjongt de
hortensia door in
het vroege voorjaar de
oudste takken tot op de
grond af te knippen.
Ook kan de hortensia
eens in de vijf jaar in
april helemaal kort worden
gesnoeid, de bloei slaat dan
wel een jaartje over.
De hortensia
met groenwitte bloemen (Hydrangea
arborescens Annabelle)
bloeit op de takken die nog
dit voorjaar worden gevormd.
Deze hortensia
mag dus flink worden
teruggesnoeid. Knip hem af
op ong. 20 a 20 m. boven de
grond.
Het drogen van
hortensia´s gaat
als volgt: sommige soorten
luisteren niet zo nauw om de
bloem eruit te halen, maar
eigenlijk moet u naar de
bloemen ‘luisteren’. Het
natuurlijke drogingproces
moet al een beetje op gang
zijn gekomen en dat kunt u
vaststellen door voorzichtig
in de bloemen te knijpen.
Als ze een beetje knisperen,
zijn ze geschikt om ze te
laten drogen.
* Bij sommige planten met houtige stengels is het moeilijk te zien of ze nog leven, als ze nog niet uitlopen. Door met de nagel een stukje bast weg te halen kan men zien of het bastweefsel nog groen is. Is er groen dan is er leven en dan zal de plant ooit nog wel eens uitlopen.
* Met houtworm (is eigenlijk een kever) kan men op verschillende manieren de strijd aanbinden. U kunt benzine in de gaatjes spuiten en vervolgens de gaatjes dichtmaken.
* Hulst moet in de herfst tijdig worden afgedekt met een net als men met Kerstmis het huis wil versieren met hulst met bessen uit eigen tuin. Zo niet dan zullen de vogels alle bessen al voor de kerst hebben opgegeten.
* Met hydrokorrels in uw balkonbakken hoeft u niet zo vaak te gieten, ca. 100 korrels kunnen zes liter water bevatten.
J.
* Jasmijn (Solanum jasmoinides) is een klimplant die zes meter hoog kan worden. Nadat de bloemen geurig bloeien veranderen ze in mooie blauwe besjes.
* De jute om de kluit van vaste planten kan er beter omheen blijven. Alleen de bovenkant losmaken, de jute verteert vanzelf in de grond.
K.
* Een kaaps viooltje heeft erg veel licht nodig om knopjes te vormen. Felle zon is echter niet goed, beter is het om de plant ‘s avonds onder een lamp te zetten en overdag in het licht.
* Kakkerlakken
gaan op de vlucht als ze
komkommer ruiken. Het is al
voldoende om een stukje
schil in kieren en hoeken te
leggen.
Wil men kakkerlakken
verdelgen, dan is een in
bier gedrenkte lap een goed
middel. De kakkerlakken
verzamelen zich erin en
kunnen dan gemakkelijk
worden opgeveegd. Dit
werkt alleen bij als het er
nog niet veel zijn.
Ook de geur van zoute haring
kan kakkerlakken
verdrijven.
Nog een manier: strooi een
aantal nachten achter
elkaar wat poedersuiker met
borax om van de
kakkerlakken af te
komen.
* Een kalanchoë
krijgt pas knoppen als er
minder dan 12 uur
zonlicht is. Ze bloeien dan
een week of acht.
Hij heeft indirect zonlicht
nodig en wekelijks een
scheutje water doet de kalanchoë
goed.
* Een kamer den moet licht geplaatst worden. Ook droog houden. In de zomer zo licht mogelijk zetten. liefst buiten en in de winter niet te warm, een juist vorstvrije kamer is al voldoende. Normale kamerwarmte is veel te hoog.
* Wilt u van een kamerlinde bloemen hebben, dan moet deze kamerplant niet te warm staan. ‘s Winters in het volle licht en in een matig verwarmd vertrek. Spaarzaam water. Eens in de 2 of 3 jaar nieuwe aarde en verpotten in mei.
* Het ‘oranjeplantje’ is een aardig kamerplantje. Begin oktober moet het binnenshuis gebracht worden. Vraagt licht plaats en geregeld water (lauw) en niet te veel, anders worden de bladeren geel. Om de twee jaar verpotten.
Kamerplanten krijgen niet zo vlug luizen als u lucifers rechtop in de aarde om de plant steekt.
Kwijnende
kamerplanten kunnen
geteisterd worden door
wormen. De wormen komen naar
boven als de aarde in de
bloempot wordt begoten met
een sopje van groene zeep.
Het sop eraf gieten en
naspoelen met schoon water.
De wormen komen eveneens
naar boven als de kamerplant
wordt begoten met een
aftreksel van
notenboombladeren.
Ook kan men proberen de
wormen te lokken met een
broodkorst in de potaarde
van de kamerplant.
Kamerplanten
drinken het liefst water op
kamertemperatuur. En daarbij
gaat hun voorkeur dan ook
nog uit naar regenwater
of onthard (ontkalkt)
leidingwater. Ontkalken kan
door het water langzaam door
droge turfmolm te gieten, de
kalk zal daarin
achterblijven.
Wanneer men water gebruikt,
dat minstens 24 uur in de
gieter staat, dan zal de
kalk daarin bezonken zijn.
(goed voor
kamerplanten).
Kamerplanten
met een bont, licht blad
hebben over het algemeen
meer licht nodig dan planten
met donkergroen blad.
Bontbladige
kamerplanten die te
licht staan krijgen op den
duur gewone egaal groene
bladeren.
Een te grote pot is even
slecht voor een
kamerplant als een
te kleine. De wortels
groeien dan naar de
zijkanten in plaats van naar
beneden. De kans dat de
potgrond in het midden
ongebruikt blijft en
verzuurt is dan groot.
Sommige kamerplanten
hebben een giftig melksap,
dat nare gevolgen kan hebben
als men een open wondje aan
de handen heeft. Dat zijn
bv.: oleanders,
kerststerren,
dief van bachia’s en
Christusdoorns.
Kamerplanten
doen het goed als men ze
geregeld verwent met oude
thee, theebladeren of tabak.
Bladluis schijnt dan ook
niet zo’n trek in de planten
te hebben.
Aan felle zon (achter glas)
hebben bijna alle
kamerplanten een
hekel. Wel verdragen ze een
winterzonnetje of een vroege
ochtendzon. Scherm in de
zomer de
kamerplanten daarom
af met kranten of een
plantenscherm.
De kamerplanten
altijd bovenop de aarde
water geven, liefst in een
gietrand (of in een
aangebracht gootje van ca. 1
cm. diep).
Bladplanten zowel als
bloeiende
kamerplanten moet
men van bovenaf begieten.
Water dat na 20 min. nog
niet weggetrokken is
afgieten.
Te zure potgrond is voor
veel kamerplanten
niet goed. Geef af en toe
een beetje verpakte compost,
dat veel kalk bevat.
Hetzelfde resultaat is te
bereiken met krijtpoeder dan
van geraspt bordkrijt te
maken is.
Kamerplanten
nooit klakkeloos water
geven. Als ze nog
vochtig genoeg zijn, kunnen
ze beter een drinkbeurt
overslaan.
In de zomer staan bepaalde (kamer)planten
zoals geraniums, begonia’s,
verplanten en cactussen
graag in het zonnetje op
balkon of terras. Geef ze
dan geen plastic sierpot,
die worden gloeiend heet in
de zon.
In het groeiseizoen moetenkamerplanten
over het algemeen eens in de
2 à 3 weken worden bemest.
De mest wordt beter door de
planten opgenomen als hij
van tevoren in water is
opgelost.
Met een laagje mos bovenop
de kamerplanten
blijft de aarde langer
vochtig.
De meeste
kamerplanten
genieten van een mals
regenbuitje. Ze moeten dan
wel eerst uit de sierpot
worden gehaald.,
anders staan ze snel onder
water en daar houden de
meeste kamerplanten
niet van. Behaarde en
bloeiende planten zijn
echter niet zo dol op
regen.
Kamerplanten
met uitgedroogde potgrond
en planten, die een
opkikkertje nodig hebben,
worden geborreld. Men zet ze
in een emmer lauw water (de
pot moet helemaal onder
staan) tot ze uitgeborreld
zijn. De pot laten uitlekken
voor hij weer in de sierpot
of op de schotel wordt
gezet.
Azalea’s en cyclamen
hebben wekelijks behoefte
aan zo’n borrelbad.
Het verpotten van uw
kamerplanten gaat
als volgt: zet de potten die
u wilt gebruiken, de avond
van tevoren in een emmer met
water, zodat het aardewerk
voldoende water kan
opzuigen. Anders zou er
teveel vocht aan de potaarde
worden onttrokken. De potten
niet meer dan één maat
groter nemen. In plaats van
een scherf een stukje bot op
het gaatje leggen, de kalk
geeft de plant meteen
voedsel.
* Kamerplantenmest:
- Eierdoppen of een klein
stukje meubelmakerslijm in
de bloemengieter laten uw
planten sneller groeien
-Roet, koffiedik of koude
overgebleven thee met
theebladeren vormen een
voortreffelijke mest en
kosten niets.
- Ook kunt u een paar
oesterschelpen in een
plasticzak fijn kloppen en de
stukjes over de aarde
strooien. Het is ook goed
haren, die in uw kamer zijn
achtergebleven, door de
potaarde te mengen.
* De oorzaak, dat een
kat die
nooit buitenkomt, zich bij
voorkeur te buiten gaan aan
sprieterige planten of groen
in uw bloemstukken is, dat
zij ook nog wel eens een
hapje groen lusten. Omdat
zij tijdens het likken veel
losse haren naar binnen
krijgen, eten zij gras om
deze ‘haarballen’ weer kwijt
te raken.
Een bloempot, met een
stevige pol gras erin, op
een plaatsje zetten waar de
kat langskomt en het euvel
is verholpen.
Gooi eens azijn op de
plaatsen waar de kat
z’n behoefte doet, katten
hebben een hekel aan de geur
van azijn.
Als katten toch in uw
bloembak
graven, doe er dan eens
kiezelstenen in, bovendien
houden de stenen vocht
vast.
* Een uitstekend middel
tegen kattenvlooien
is een aftreksel van
alsemblad (Artemisia absinthium)
* Gooi de kerstboom als hij verdroogd is niet op straat, maar knip de takken af en gebruik ze als bedekking voor vorstgevoelige tuinplanten.
* Een kerstster
hoeft niet te
worden weggegooid als de
rode bladeren afgevallen
zijn. In snoeien tot 10 cm.
boven de pot, nieuwe aarde
geven met een beetje
gedroogde koemest. In de
zomer veel water geven.
Kerststerren
bloeien binnen het mooist
bij een temperatuur tussen
15 en 20 C. Ze houden van
licht, maar zeker niet van
direct zonlicht en warmte.
* Kevers en torren zijn te vangen in een propje papier of een kluwentje houtwol. Met de hand kunt u het ook proberen.
* Planten voor
kinderen
- Laat een uienbol uitlopen
in een hyacintenglas.
- Wal. hazel en paranoten
kunnen aan de bast worden
ingesneden en zo in de grond
gestopt.
- Eikels, kastanjes, witte
bonen en verse kapucijners
worden pas boeiend in de
grond.
- Snij van een winterwortel,
bietje of selderieknol een
kopje met groen af en zet
dit in water, de pruik naar
boven.
- Ook pitten van
citrusvruchten, perziken,
pruimen, appels en kersen
kunnen het als plant
aardig doen. Moet u ze wel
even in de grond stoppen.
* Het kindje op moederschoot vraagt weinig onderhoud. Niet in de volle zon, lichte plaats, zomers vrij veel en ‘s winters spaarzaam met water.
* Bonte klimop is gauw tevreden. Wat morgenzon of zonloos venster. In het voorjaar en in de zomer vrij veel water. om de 14 dagen kunstmest. Kan niet tegen koude. Groeit langzaam. In het voorjaar verpotten in goede tuinaarde of bladgrond met tuinaarde vermengd.
Als u klimop
mooi vindt tegen de gevel
van uw huis kunt u dat
gerust laten groeien. Het is
een fabeltje dat de muur
daardoor vochtig zou worden.
Wel hebt u natuurlijk wat
meer last van insecten. Maar
daardoor hebt u weer meer
mezen in uw tuin en dat is
ook gezellig.
Een goede mest voor
klimop is
koffiedik, aangelengd met
water.
Als u een vorm in de pot
plaatst, bv een bol van
ijzer, dan zal de
klimop zich om die
vorm heen groeien.
Klimop
groeit zelfs in de winter
door. Snoei de
klimop in het
voorjaar flink terug, de
plant zal snel weer
uitgroeien en er mooi groen
uitzien. Snoei net zoveel als
u wenst, klimop
loopt altijd weer uit.
Neem horizontale stroken ijzerdraad van ongeveer een meter lang. Schroef ze tegen de muur met schroeven die een oog hebben waar u de ijzerdraad doorheen kan halen. Plaats de draden op een afstand van 30 tot 45 cm. onder elkaar. Als u hier gaas aan vastmaakt, hebben uw klimplanten meer houvast.
* Klimrozen zijn prachtig om langs pergola’s te laten groeien, ze worden vaak gecombineerd met een clematis.
* Knolbegonia’s en dahlia’s moeten voor de winter gerooid en bewaard worden in vochtig zand of turfmolm op een vorstvrije plek.
* Konijnen houden niet van azalea, rozemarijn, iris, aster, blauwklokje en buksboom. Met deze planten kunt u een poging doen de konijnen uit uw tuin te houden.
* Het koolwitje heeft op kool voorzien. Met een handigheidje kunt u het vlindertje op een dwaalspoor brengen. Normaliter herkent het vanuit de lucht de koolplanten. Door klaver onder de plantjes te zaaien raakt de vlinder het spoor bijster. Het koolwitje ontdekt de kool niet meer.
* De glanzende oranje bolletjes van koraalmosje (Nertera granadensis) maken een vrolijke indruk, vooral als u een aantal ervan in een pot zet. Het is heel belangrijk dat u nooit water bovenop het plantje giet. Het beste kunt u water op het schoteltje gieten, dan zuigt het koraalmos dat zelf op. Zet het plantje niet te licht; de bolletjes worden dan flets.
* Korstmos op de stam van de boom kan geen kwaad. Korstmos haalt voedsel uit de (schone) lucht en laat de boom met rust Hebt u de boom echter om zijn waardevolle stam gekozen, dan kan korstmos verwijderd worden. Neem hiervoor een harde borstel en een emmer schoon water en borstel de stam schoon.
* Kruiden
eens in de drie jaar
scheuren en opnieuw planten.
Maart en april zijn de beste
maanden om dat scheurwerk te
doen.
Kruiden in
de keuken kunt u kweken door
bv een oud aquarium te
vullen met een laagje grind
van 2,5 cm. Vul het
aquarium dan verder met
potgrond tot zo’n 12,5
cm. onder de rand. Zet
hierin de kruiden.
Zet de bak dan op een
zonnige plaats in de keuken.
Kruiden
zoals lavendel, salie, en
tijm moeten worden gesnoeid
om te voorkomen dat er lange
houtige slierten ontstaan.
De beste tijd voor dit
klusje is meteen na de bloei
en voor de vorst.
Kruiden
kunnen doorbloeien, ze
verliezen daardoor hun
smaak. U kunt dit voorkomen
door de uitgebloeide bloemen
eruit te halen. De bloemen
van bieslook en tijm zijn
overigens erg lekker in
sla.
Kruiden
hoeft u niet perse te
bemesten, het komt de smaak
niet ten goede. Maar in
potten kunnen de
kruiden
uitgehongerd raken. dus
daarom wel zo nu en dan wat
bemesten.
Winterharde kruiden
kunnen vrijwel het hele jaar
worden geoogst. Maar van
enkele kruiden
die u veel gebruikt, die
ondergronds overwinteren en
van eenjarige is
het raadzaam een voorraadje
aan te leggen.
Peterselie, selderij,
bieslook en tijm kunnen na
het oogsten worden
ingevroren. Oogst ze in de
morgenuren, als de dauw is
opgedroogd, maar de felle
zon nog niet schijnt. Was
ze, sla ze goed droog, snij
ze klein en doe ze in een
plastic zakje en vries ze
in.
Van basilicum kunt u
basilicumolie maken. Pluk in
de zomer een grote
hoeveelheid blaadjes, doe ze
in een pot en giet er
olijfolie over tot ze onder
staan. Sluit de pot en laat
deze minstens een maand
onaangeroerd. Giet de olie
af in een schone fles.
Gebruik de olie
in wintersalades en geniet
na van de zomerse geuren.
* Een kruidentuin
kan het best worden
aangelegd op een niet te
zware losse grond. Vrijwel
alle kruiden hebben veel zon
nodig en moeten beschut
worden tegen de wind.
(behalve zie schaduw)
* Door de stekels van de
kruisbes
(Ribes uva crispa) is dit
een struik waarbij
handschoenen bij het snoeien
goed van pas komen. Snoei
alleen de oude vergrijsde
takken eruit.
* Zin om groentes te zaaien? Koop dan geen dure kweekbakjes maar gebruik lege druivenbakjes. Dit zijn uitstekende kasjes; het overtollige water loopt eruit en door de deksel die erop zit, blijven de zaadjes goed op temperatuur.
Bloemen en planten l t/m p
L.* Blijven larven in de herfst vlak onder de aardbodem, dan kunt u een zachte winter verwachten.
* Lathyrus is een klimplant die het altijd goed doet. Zaai de zaden in de volle grond, nadat ze eerst een nacht in het water hebben gelegen. Ze kiemen dan beter. Als u ze op verschillende perioden zaait, heeft u er langer plezier van. Vergeet niet te plukken, dan bloeien de planten mooier.
Nog een manier om lathyrus voor te zaaien, is de volgende: neem een paar wc-rollen, vul de onderste helft van de rollen met potgrond en de bovenste met zaai- en stekgrond. Zet de gevulde rollen stevig tegen elkaar in een platte bak met daarin een laagje water (1 cm.) Laat de aarde het water opzuigen. Druk per rol drie zaden in de aarde (1 cm. diep) en bedek de zaden. Zet de bak op een lichte plaats in een vensterbankkasje, of gebruik een plastic zak. Houd vochtig, maar niet nat. Verwijder de bescherming zodra de zaailingen beginnen te groeien.
* Lavendel en dan meestal Lavandula angustifolia, wordt het meest verkocht en bloeit met mooie blauw-paarse bloemetjes. U kunt het in een haag laten groeien of gewoon in een pot.
Lavendel hout niet van zware (klei)grond. Op lichtere zand)grondsoorten zien ze er vele malen gezonder en mooier uit. Wat
extra kalk kan wonderen doen, maar geef ze vooral niet teveel mest. Verwennen is in dit geval doodknuffelen. Het is beter de grond aan de schrale kant te houden. Dat is ook de reden waarom de combinatie met rozen lastig kan zijn. Die houden juist van vette, goed bemeste grond.
In de eerste twee á drie jaar is het een frisse struik, maar daarna gaat de dwergheester snel verhouten en zult u merken dat de bloei gaat tegenvallen. Eigenlijk moet u lavendel twee keer per jaar snoeien. Snoeit u te weinig of te laat dan groeit de lavendel alleen aan de bovenkant, terwijl de verhouten twijgen aan de onderkant kaal worden.
De lavendel moet tot 15 cm. worden teruggesnoeid. Alle scheuten die het jaar daarvoor hebben gebloeid, moeten worden weggeknipt.
Ook kort na de bloei in september kunt u de lavendel snoeien. Niet te diep in verband met de vorstperiode. Ook als u dit onderhoud pleegt, zal de lavendel naarmate deze ouder wordt minder bloeien. In dat geval gewoon nieuwe exemplaren kopen.
Knip alle uitgebloeide bloemen af met ong. 5 cm. van het grijze blad. De planten blijven zo mooi compact en zullen niet snel uit elkaar vallen.
U kunt ze ook proberen te stekken. Doe dat dan eind augustus. Knip een niet bloeiend twijgje af van 10 cm. Onderaan de stengel verwijdert u de blaadjes en dompel de stek in stekpoeder. Vul potjes met stekgrond en maak met een pootstokje een gat in de aarde, waarin de stek komt. Dek de potjes af met plasticfolie . Normaal zullen de stekken nog voor de winter geworteld hebben. Zet de stekken dan op en vorstvrije plaats. In maart in een grotere pot en omstreeks mei in de volle grond.
* Lelies is vooral bekend van witte exemplaren, maar inmiddels telt het geslacht zo’n honderd soorten, in allerlei kleuren en vormen. De bloemgrootte varieert van 7 tot wel 25 cm. de ene lelie geurt wel, de ander niet.
De lelie weet heel goed wat ze wil qua verzorging: het liefst een lichte plek uit de felle zon, wat vochtige potaarde en een temperatuur van 15 tot 20 C.
De houdbaarheid van lelies is het grootst als ze half open zijn.
Van lelies het stuifmeel verwijderen, de bloemen blijven dan langer goed en veroorzaken geen lelijke vlekken.
* Lobelia verrast elk jaar weer. Hij begint als piepklein blauw, violet of wit plantje, maar binnen een paar weken is het een grote wolk van kleine bloemetjes. De planten bloeien zowel goed in de zon als in de schaduw. Er zijn laag blijvende en hangende rassen. Kies voor de beplanting van een bak altijd de laatste. Zet er na de eerste bloei een keer de schaar in zodat ze binnen een paar weken weer als nieuw zijn.
* Lieveheersbeestjes eten graag bladluizen en zijn dus fijn om in te tuin te hebben,
* De geur van lievevrouwebedstro komt pas goed tot zijn recht als het kruid gedroogd is. Droge boeketjes ervan geven de linnenkast een heerlijke geur, hoe droge als geurige.
* In een zgn. loungetuin overheersen de rustgevende groene planten. Ze worden bij elkaar gezet in grote groepen.
- bodembedekkers en groenblijvende planten: klimop (Hedera), Pachysandra en maagdenpalm (Vinca)
- vaste planten: Hosta en siergassen
- groenblijvende haag: taxus, bladverliezende haag: beuk (Fagus sylvatica)
- bomen: dakplaataan, dakmoei (Morus), boltrompetboom (catalpa)
- niet woekerende bamboe (Fargesia)
Het groen van bladplanten neemt in de loungetuin een prominente plaats in. Ook de vorm en de kleur van de bladeren zijn heel belangrijk. B.v. het groengele blad van siergras, grijs blad van een hosta en een ooievaarsbek.
Potplanten onderstboven in voornoemde emmer dompelen, dan bij de pot met de aarde goed vasthouden, is goed tegen luizen.
Om aangetaste planten te bespuiten, kunt u ook 40 gr. zachte zeep in 1 l. kokend water oplossen. Doe er 1/8 l. petroleum eb 2 grote emmers water bij. Let erop, dat ook de onderkanten van de bladeren met de vloeistof worden besproeid.
U kunt ook een bloempot vullen met houtwol. Construeer een haak door het gat en hang de pot in een fruitboom. Al heel gauw nestelen oorwurmen in de bloempot, die de boom gedurende de nacht vrijmaken van luis.
Honden en katten zijn gebaat met een grondige wasbeurt met water waarin aardappels zijn gekookt tegen luizen. De dieren goed afdrogen, ze vatten gauw kou.
Als preventief middel tegen ongedierte (luizen) kan men in hok of mand gedroogde varens leggen.
Een kippenhok houdt men vrij van luis door het geregeld wit te kalken en er tevens droge varens of elzentakken in te leggen.
Wanneer de kanarie last heeft van luis kan men over de kooi een flanellen lap leggen met de zachte kant naar binnen, het ongedierte zal in de doek kruipen.
M.
* Meeldauw of ander ongedierte op de planten kunt u besproeien met dit mengsel: 100 gr. keukenzout oplossen in 5 l. water.
* Een mees is gek op vetbollen, pinda’s ,kokosnoten en zonnepitten.
* Een merel houdt van gewelde krenten en rozijnen, brood, schillen, evenals de lijster en de spreeuw.
* Het mesten van planten en bloemen kan heel eenvoudig door aan het water fijngemalen eierschalen toe te voegen. Ook een restje koude thee doet wonderen
Van eierschalen die een paar weken in water hebben gelegen is goede plantenmest te maken. Geef de planten geregeld een scheutje van dit vocht.
* Mieren kunnen een grote ergernis zijn zowel in de tuin als in huis. Gelukkig is daar iets op gevonden.
Mieren houden niet van komkommer. Dus als u last heeft van mieren, leg dan op de plek waar ze lopen wat komkommerschillen neer. U zult zien dat de mieren daar wegblijven.
Heeft men reeds een mierenplaag, dan helpen schoteltjes met verschaald bier en een schepje suiker.
Ook met een spons gedrenkt in suikerwater kan men mieren lokken, waarna ze in heet water gedood kunnen worden.
Een schoteltje met twee delen honing en een deel gist trekt mieren aan. als daarvan eten en de nakomelingen ermee voeren verdelgen ze zichzelf en hun nageslacht.
Mieren zijn doodsbenauwd voor koffiekorrels. Wat koffiekorrels langs de keukendrempel en in de keukenkastjes zal alle mieren verjagen.
Ook een doorgesneden halve citroen op het mierenpad is zeer effectief: de mieren slaan ogenblikkelijk op de vlucht.
Nog meer:
- Kervelblaadjes strooien
- Bakpoeder strooien
- Zwavelpoeder strooien
- Potas met suiker mengen en strooien
- De grond met verschaald bier aandweilen
- Tomatenplanten in de keuken op vensterbank zetten
- Dagelijks een krijtstreep trekken op de vensterbank of aan de rand van het terras. (Werkt niet bij alle mierensoorten).
Onrustige mieren zijn een voorteken van slecht weer. Constateert u in de herfst hoge mierenhopen of een hoge molshoop, dan kunt u rekenen op een koude winter.
* Het mooie is er meestal gauw af bij mimosa. Toch zijn die pluizige bolletjes wel iets langer goed te houden. Door ze in een vaasje met (nauwelijks) vochtig zout te zetten of door ze de hele dag door (minstens 2-3 keer) met regenwater te besproeien. In plaats van regenwater kan ook mineraalwater worden genomen, maar dan wel zonder koolzuur.
Leg de stelen van mimosa een poosje in warm water voor u het op een vaas zet. Het blijft dan langer vers.
* De bedden in een moestuin moeten zo nodig in noord-zuid richting lopen, dan vangen ze zoveel mogelijk zon.
Een haag van maïs kan een goed windscherm vormen voor de planten in de moestuin. Men moet de maïs dan wel twee rijen dik zaaien.
Een lege fles met de open flessenhals naar boven schuin in het mollengat geplaatst is een goed middel om alle mollen te verjagen. Door de wind ontstaat namelijk een fluitend geluid waar de gevoelige mollenoren niet tegen kunnen.
Mollen schijnen ook een hekel te hebben aan de geur van gebruikte kattenkorrels, die kunt u ook in de mollengangen strooien
* Ook zo’n last van mos op uw balkon, terras of tuinpad? Zet een bril op -het beste is een skibril- trek rubberhandschoenen en -laarzen aan en schuur de aangetaste plekken met 1 op 10% zoutzuur. Of 500 gr. ijzervitriool oplossen in 10 l. water (een emmer). Goed naspoelen. De stenen worden weer als nieuw.
* Motten houden van- vette kledingstukken
-
vuile kledingstukken
-kleren
van wol
-bont
-veren,
kaas, ham en macaroni en spaghetti.
-azijndampen
-aluin, daarom aluin n zakdoeken geknoopt in zakken van bontmantels stoppen
-sinaasappelen, vol gestoken met kruidnagelen,
-mosterdzaad, groen van lieve vrouwen bedstro, lavendelbloemetjes, salieblaadjes
-tijm, naftaline, kamfer, nagelolie, vers krantenpapier, koude, gereinigde kleding, motvrij gemaakte kleding.
maar daar houden wij ook niet van.
Om de geur van mottenballen te verwijderen, de kledingstukken in de zon of bij de kachel hangen, de geur wordt namelijk door warmte verdreven.
* Muggen verdwijnen als u op uw hoofdkussen of tuinstoelkussen een beetje lavendelolie giet.
Ook de lucht van kruidnagelen kan muggen niet bekoren.
* Muizen hebben een hekel aan fijngemaakte oleanderbladen. Stop derhalve muizengaten hiermee dicht.
Ook gedroogde blaadjes van kruizemunt, munt en wilde kamille zijn goede
* Als stenen muren in de winter zweten, is warmer weer te verwachten.
* Mussen lastig voor het vroege zaaisel? Span dan wat zwart draad over de zaaibedden, mussen schrikken daarvan.
Een mus is gek op bruin brood, strooizaad en zonnepitten.
* Vogelmuur het bescheiden kruid, dat men in bijna iedere tuin aantreft, is net een barometer. Zijn de bloempjes wijd open, dan komt er voorlopig geen regen; zijn ze half open, dan is er regen op komst en zijn ze dicht, dan kan er ieder moment water uit de lucht vallen.
* Als uw vogel mijten heeft, moet u een stukje oud vilt in de kooi hangen, de parasieten zullen snel verhuizen.
N.
* Plant in de buurt van een notenboom niet teveel andere planten. De meest planten gedijen daar niet goed. Vooral veel groenten, tomaten en aardappelen hebben een hekel aan noot.
O.
* Onkruid trekt veel voedingsstoffen uit de grond ten koste van uw planten. Verwijder het onkruid uit uw tuin
in ieder geval voor het gaat bloeien, want dan verspreidt het zich het snelst.
Onkruid tussen tegels van uw terras kunt u bestrijden met kokend water, het is milieuvriendelijker dan chemische bestrijdingsmiddelen.
Het verwijderen van onkruid: als de zon schijnt, want dat is een voorwaarde, onverdunde schoonmaakazijn tussen de voegen gieten. Na een paar uurtjes begint het onkruid al te verdorren waarna het zich praktisch moeiteloos laat verwijderen.
* Oorwormen zijn te lokken door een bakje met vochtige houtwol neer te zetten. daar kruipen ze graag in.
* Oost-Indische kers houdt witte vlieg en luizen op afstand.
* Orchideeën mogen geen koud water in de vaas hebben, op lauw water doen ze het erg lang.
* De bloemen van de osteospermum lijken op die van de margriet. De plant wil graag vochtig staan en bloeit tot diep in de nazomer door.
P.
* Men kan paardenvliegen verjagen door een klontje margarine op de huid te wrijven.
Het sap van verse, groene notenboombladeren heeft hetzelfde effect op paardenvliegen.
Ook thee van peterselie en duizendblad is te proberen.
* Palmen hebben weinig water nodig, maar ze gedijen wel het beste in vochtige lucht. Staat de palm in een ruimte, waar wordt gestookt, dan moet men niet verzuimen bakjes water neer te zetten of op te hangen aan de verwarmingsradiatoren.
Een palm heeft verder ruimte nodig. Als men er steeds tegenaan loopt of stoot, worden de punten bruin.
Als een palm te groot wordt, is de enige oplossing de palm te verplaatsen naar een ruimte waar hij wel kan groeien, de palm laat zich namelijk niet snoeien.
* Panty’s zijn handig om bv. een ficus mee op te wrijven. Ze gaan dan mooi glanzen.
* Papavers staan eerst graag even in heet water. Na een poosje kan er koud water bijgegoten worden.
Papavers moeten alleen maar in knop worden geplukt, anders verwelken ze te snel.
* Paprika, tomaat en peper doet het prima op een beschutte plek op het balkon. Natuurlijk hebben ze ook zon nodig om rijp te worden. Een balkon op het zuiden of westen is daarom ideaal. Gewone potgrond is goed, maar nog beter is het om door de potgrond wat klei te mengen. Klei is in het tuincentrum te koop als vijveraarde. De klei zorgt ervoor dat de grond het water langer vasthoudt zodat het niet zo snel uitdroogt.
Vooral als de paprikaplanten vruchten gaan dragen kunnen ze wel wat extra bemesting gebruiken. Hierdoor worden de vruchten heerlijk groot en geurig.
Paprika’s van eigen kweek zijn echt lekker. Om goed te rijpen, moeten ze veel zon krijgen.
Paprika’s hebben uitlopers in de oksels van de bladeren. Die zijscheuten mogen doorgroeien tot ze twee bladeren hebben, daarna knipt u de tak af.
Dan kan alle energie naar de vruchten en worden de paprika’s heerlijk zoet.
* Een papyrus die bruine punten aan de bladeren krijgt staat op een verkeerde plaats. De plant heeft veel licht
water en warmte nodig, maar tocht en temperatuurschommelingen zijn funest.
* Parasieten zijn te verdrijven door wortels, uien en prei door elkaar heen te zaaien. Ze verdrijven elkaars parasieten.
* Zwarte peper met stroop mengen, dit op een vloeipapier smeren op een nat gemaakt schoteltje leggen en u hebt een gifvrije vliegenvanger.
Zelfs als de Spaanse peper u te heet is, is de plant een aanrader. De glimmende vruchten springen meteen in het oog. U kunt ook voor een zoete peper kiezen als de Turkse peper. Deze is te vergelijken met een paprika en is ook goed te vullen.
Bij peper planten wordt de zijtak afgeknipt na het derde of vierde bad. Dan krijgen de vruchten al het voedsel en worden ze rijp en kleurig.
* Planten voor een pergola. Clematis: heeft weinig houvast nodig. Draad met om de 25 cm. een knoop tegen het wegglijden is voldoende. Belangrijk is dat de plant niet in de volle zon komt te staan op de bloemen na. De ‘voeten’ mogen zelfs helemaal geen zon hebben. Zet er daarom een laagblijvende struik voor. De clematis moet zo’n 30 cm. van de muur of het hout schuin in de grond worden gestoken. Onder de grond loopt de stengel schuin omhoog. Geleid dat met een stok die schuin tegen de pergola komt te staan. Pas later verwijderen.
Ook kamperfoelie kan tegen een pergola worden geplant. Het liefst een schaduwrijke plek op vruchtbare enigszins vochtige grond. Niet op een plaats met veel wind. Vermeerderen kan door de uitlopers in de grond te drukken en af te dekken met aarde. Er vormen zich dan wortels.
Petunia’s gecombineerd met een kuipplant als de Tibouchina steelt de show op uw terras.
Met welke planten u ook combineert met de petunia zolang u kleuren in één tint kiest, zal het terras er prachtig uitzien.
* De Phalaenopsis is een bekende ochidee. Zet die op een lichte standplaats, voor een raam op het noorden of oosten. Van direct zonlicht houdt deze plant niet. Hij gedijt uitstekend bij een temperatuur van 18-24 C.
De phalaenopsis is een matige drinker, één keer in de 7 tot 10 dagen wat handwarm regenwater of gekookt leidingwater is voldoende. Om rotting van de wortelkluit te voorkomen is het raadzaam de plant met beleid te begieten. Geef hem een scheutje water, laat dan eerst het substraat opdrogen en geef vervolgens opnieuw water. De orchidee heeft geen grond nodig. De plant heeft veel lucht nodig en eigenlijk maar heel weinig voeding, een wekelijks dompelbad en een lichte plek.
Af en toe weigert de phalaenopsis opnieuw te bloeien, zet hem dan op een koele, lichte plek en weinig water, dat wil weleens helpen.
* Zet een pioenroos bij voorkeur in koud water en ververs het water iedere dag. Hoe kouder en schoner het water, hoe minder bacteriën
het water vervuilen en hoe langer de pioenroos kan blijven staan.
* Pissebedden zijn dol op vocht en duisternis. Ze verzamelen zich vaak onder stenen en bladeren. Om van ze af te komen kunt u het volgende proberen: zet een schaaltje met een alcoholisch drankje erin in hun buurt. Ze zullen zich bedrinken en tenslotte verdrinken.
Of neem een restje gekookte aardappelen en leg er wat groentebladeren overheen. De pissebedden zullen zich hierin verzamelen en zijn een gemakkelijke prooi voor u.
Nog een idee is dat pissebedden alle plaatsen vermijden waar komkommerschillen liggen.
Pissebedden kruipen gegarandeerd in flessen die met een eetl wijngeest zijn gespoeld, onder voorwaarde dat de opening van de fles op de grond ligt. Ze worden door de alcohol verdoofd, zodat ze gemakkelijk kunnen worden vernietigd.
* Bespuit regelmatig uw planten. Dat spuiten en sponsen is noodzakelijk om te voorkomen, dat de huidmondjes van de planten verstikt raken. Laat ze dus niet stikken. Natuurlijk niet met water overdrijven. Anders worden de bladeren bruin.
Geef een plant nooit te koud water, de wortels van de planten kunnen dit niet opnemen, zodat een plant te midden van veel water nog kan verdrogen. De potgrond verzuurt dan.
Voorkom het telkens anders neerzetten van uw planten in een pot, want ze zijn ook richtinggevoelig, omdat ze zich het liefst naar het licht wenden. Zet een merkteken op de pot of plaats een luciferstokje in de grond.
Zet als u planten wilt verpotten de nieuwe aardewerk potten 24 uur in het water, anders onttrekken zij teveel vocht uit de potaarde.
Zet vorstgevoelige planten pas na Moederdag buiten.
In plaats van her en der planten neer te zetten is het leuker om ergens een plantengroepje neer te zetten. Kies dan planten die in kleur en vorm goed bij elkaar passen en zet ze op een groot dienblad. Als u dit dienblad in een kleur verft die bij uw interieur past, wordt her effect nog fraaier.
* Een paar druppels brandspiritus in het gietwater bevorderen de plantengroei.
* Omgekeerde plantenpotjes zijn ideaal om jonge plantjes tegen felle zon en uitdroging te beschermen.
* Een door kalkaanslag verstopte plantensproeier wordt weer schoon in azijnwater (1 deel azijn op 3 delen water).
* Poezen hebben een hekel aan planten, die een citroenachtige geur verspreiden, zoals ooievaarsbek (Geranium), citroenverbena (Aloysia) en vuurwerkplant (Dicamnus).
Wat ook helpt tegen poezen in uw tuin is wijnruit (Ruta graveolens) of het planten van stekelige mei- en vuurdoorn op strategische plaatsen.
Of leg stekelig snoeisel op de plekken waar poezen de tuin binnenkomen of hun behoefte doen.
Oplossingen doe ook het proberen waard zijn: peper, koffiedik, citroenschillen of mottenballen strooien, bovendien houden poezen helemaal niet van bodembedekkers, want dan kunnen ze geen kuiltje graven.
* In het najaar kunnen weer de eerste pompoenen en kalebassen worden geoogst . Als u ze ter decoratie gebruikt blijven ze langer mooi wanneer u ze insmeert met slaolie. Zo nemen ze namelijk geen vocht op.
* Maak uw terracotta potten schoon met een oude spons en wat geel zand (zandbak). Maak de spons vochtig en gebruik het zand als schuurmiddel. De algenaanslag verdwijnt zo zonder veel moeite.
Als u een plant verpot, let er dan op dat u de pot goed schoonmaakt voordat u er een nieuwe plant in zet. De oude plant kan ziek geweest zijn en dan wordt de nieuwe plant dat ook.
Poreuze potten zijn over het algemeen beter voor planten. Als ze na een poosje niet meer poreus zijn door het dichtslibben dan moet de plant verpot worden. De oude pot kan weer gebruiksklaar worden gemaakt door hem uit te koken in zout water met azijn.
Voor- en nadelen van de verschillende soorten potten:
Terracotta:
voordelen is poreus en de plant blijft niet te lang nat, is te kleuren met latex verfnadelen: terracotta is meestal niet vorstbestendig, het materiaal is breekbaar
Hout:
voordelen: het materiaal weegt niet veel, hout is vorstbestendignadelen: hout heeft vaak geen lange levensduur, geverfd hout vergt vrij veel onderhoud
Metaal:
voordelen: vorstbestendig, verkrijgbaar in veel uitvoeringennadelen: metaal deukt nogal gemakkelijk, sommige metaalsoorten roesten vrij snel
Kunststof:voordelen: in veel middelen en kleuren te koop, meestal weegt het niet veel
nadelen: door de zon kunnen kleuren wat flets worden, ziet er soms een beetje onnatuurlijk uit.
In het algemeen geldt dat potten zo groot mogelijk moeten worden gekocht. Voor zomer bloeiers als petunia, mag de pot niet kleiner zijn dan 15 cm. doorsnede.
Kuipplanten hebben echt een grote pot nodig; de doorsnede van de pot moet minimaal 24 cm. zijn.
Water moet kunnen weglopen uit de pot, anders wordt de grond te nat. U kunt daarvoor zorgen door (speel)zand door de potgrond e mengen. Ook potscherven en hydrokorrels onderin de pot zorgen ervoor dat het water afgevoerd wordt.
Denk eraan om de pot op een schaal te zetten zodat het teveel aan water kan weglopen. Zo heeft de plant altijd een voorraadje.
* Als u prei plant, kunt u wat soda langs de planten strooien. Het zuivert de grond en houdt ongedierte weg.
* Sommige mensen zijn allergisch voor primula’s. De boosdoener is de primula obconica met haar grote trossen lilakleurige bloemen. Van andere primulasoorten heeft men beslist niets te duchten.
Bloemen en planten q t/m u
R.* Een mengsel van chloorkalk met azijn is een beproefd middel om ratten te verdrijven. Het mengsel moet in platte schaaltjes worden neergezet op de plaatsen waar de ratten zich vertonen.
Teneinde de aanwezigheid van ratten te voorkomen, kan men er natuurlijk zelf voor zorgen dat er geen voedselresten rondom het huis liggen en dat gaten en spleten in de muren van opslagplaatsen worden gedicht.
Voert men s winters de vogels, dan kan men dit het beste ‘s morgens al doen. Er blijven dan geen restjes liggen waar ratten op afkomen.
Ratten zijn dermate schadelijk en gevaarlijk voor de gezondheid dat men zelfs wettelijk verplicht is de gemeentelijke reinigingsdienst in te schakelen, als ze zich echt veel vertonen.
* Heeft u moeite om in een tuin een rechte hoek te maken voor bv. een bloemperk? Neem een touw en leg er na 3, 4 en 5 meter een knoop in. In een driehoek op de grond leggen en u heeft een hoek van 90 graden.
* Regenwormen houden de grond in de tuin los en luchtig. Ze nemen de mens als het ware werk uit handen en men moet de regenworm dan ook beslist niet verdelgen.
Om ze uit zaaibedden te houden, waar ze zich te goed doen aan de jonge plantjes, kan men de bedden bestrooien met houtas. De regenwormen komen boven de grond kunnen worden gevangen en naar een andere plaats (bv. de composthoop) worden gebracht.
In bloempotten kunt u de regenwormen verwijderen als u de bloempot in warm water zet van ong. 35C. Of koffiedik luichtig door de aarde woelen, of een uitgeholde aardappel boven op de aarde leggen. de regenwormen kruiper erin en u kunt ze dan gemakkelijk verwijderen.
* Een reuzenberenklauw staat erg decoratief in de tuin. Maar het sap van deze plant geeft lelijke vlekken op de huid, die bij sommige mensen brandende plekken en ontstekingen kunnen veroorzaken.
* Rododendron, heide en azalea kunt u in april planten. Ze willen een zure grond (minder dan 6,5 Ph). Dat wil zeggen, dat de grond nauwelijks kalk bevat. Is de grond niet zuur genoeg, help de grond dan een handje. Vul het plantgat rijkelijk met tuinturf vermengd met bemeste tuingrond (ong. half om half), of met bosgrond met dennennaalden. Voordat de struikjes de grond in gaan, maakt u het plantgat goed nat. Na het poten geeft u nogmaals royaal water.
* Een zgn. romantische tuin kan diverse planten herbergen, zoals:
- rozen
- vaste planten: pioenen, riddersporen, en floxen
- eenjarigen: petunia en vlijtig liesje
- verwilderingbollen: sneeuwklok, krokus en blauw druifje
- bomen en struiken: tulpenboom (magnolia), rododendron en sierkers (Prnus)
- klimplanten: clematis, kamperfoelie (Lonicera) en blauweregen.
* Rozen blijven langer goed als u iedere steel schuin afsnijdt. Hoe langer het snijvlak is, des te meer water kan de bloem opnemen. Gebruik altijd warm water. Rozen blijven het langst goed als u ze plukt zodra het eerste bloemblad zich ontvouwt.
De rozen moeten na de bloei direct worden ingesnoeid. Snijd de uitgebloeide takken af juist boven het buitenste vijftallig blad.
Verlepte rozen kunt u tijdelijk oppeppen door een aspirientje in het water op te lossen.
Botanische rozen mogen niet gesnoeid worden, Oude takken moeten tot op de grond worden weggeknipt en dood hout moet worden verwijderd. Uitgebloeide bloemen moet men voor de winter afknippen. De achterblijvende proppen gaan anders rotten. (Dit geldt niet voor botanische rozen) De uitgebloeide boemen van botanische rozen mogen niet weggeknipt worden. Uit deze resten groeien immers de rozenbottels die de tuin in de herst en winter nog een fleurig tintje geven.
Bloeiende rozen gaan veel sterker geuren als men tussen de struiken bieslook en andere uiensoorten plant. Bovendien weer een
afweermiddel tegen bladluis.
Wilde scheuten van rozen wegknippen tot in de grond, ze nemen teveel kracht weg en hinderen de bloei.
Een bos rozen is altijd een feest, alleen die doornen. Doe het eens zo: neem een aspergeschiller en ontdoe de stelen van de doornen. U geniet van uw rozen zonder geprikt te worden.
Bovendien staan gekochte rozen zonder doornen langer.
Voor een heerlijke geur in de kamer zorgt een fles met rozenbladeren. De bladeren voorzichtig in een fles doen, een dunne laat zout erop en een scheutje alcohol. De fles gesloten bewaren op een koele plek, open in de kamer plaatsen zodra het nodig is.
Plant bij rozenstruiken een paar pollen lavendel. De bladluizen zullen de rozen mijden en bovendien kleuren rozen en lavendel uitstekend bij elkaar.
Geef de rozenstruiken af en toe een bananenschil als mest. De bloei wordt erdoor bevorderd.
Rozenstruiken moeten om de vijf jaar helemaal nieuwe grond hebben. Daarmee voorkomt men de rozenmoeheid, die door aaltjes in de grond worden veroorzaakt. Door onder de rozenstruiken afrikaantjes te planten zijn de aaltjes te bestrijden.
Afval van knoflook en uien kan ook worden gebruikt als rozenmest.
* Rupsen zijn erg vraatzuchtig, maar als we alle rupsen doden, hebben we ook geen vlinders meer. Het beste is de rups alleen daar te bestrijden, waar hij het al te bont maakt.
Van rozen- en bessenstruiken kan men rupsen verwijderen door ze drie avonden achtereen te begieten met een mengsel van 25 l. water, 2 l azijn en 2 1/2 pond keukenzout.
Koolplanten worden door de rups gemeden als er hennep of salie omheen staat.
Ook heeft de rups een enorme hekel aan de lucht van tabak.
Knoflook planten kan ook werken tegen rupsen op uw planten.
S.
* Salie (Salvia officinalis) kan het bete na de bloei (eind juni) worden teruggesnoeid. Zo voorkomt u dat deze vaste plant verhout en uit elkaar gaat vallen. Al snel verschijnt het nieuwe, frisse blad.
* De sansevieria komt het beste tot zijn recht in een eenvoudige, niet te kleine pot. De bladeren bevatten heel veel vocht. Daarom heeft de sansevieria maar weinig water nodig, want er is altijd een voorraadje. Hij voelt zich het lekkerst op een licht, zelf zonnig plekje. De plant vormt zelf nieuwe ‘tongen’ .
Als u een nieuwe sansevieria wilt maken moet u een blad insnijden (in een V-vorm). De stukjes blad zet u rechtop in de aarde, zo vormen ze vanzelf worteltjes.
* Schaduwplanten zijn bijvoorbeeld varens, schoenlappersplant, bosanemoon, klokjesbloem, zilverkaars, vingerhoedkruid, voorjaarslathyrus, fuchsia, maagdenpalm en kerstroos.
In de maand april planten of delen en verplanten. Eens in de drie á vijf jaar de vaste planten scheuren.
Plant de jonge, buitenste delen van de plant opnieuw uit. Oude planten gaan in groeikracht achteruit.
Ook de Nicotiana alata (een witte siertabak) houdt van schaduw.
Kruiden die in de schaduw gedijen: bieslook, pepermunt, kruizemunt, mierikswortel en lavas.
Schaduwplanten in het voorjaar zijn:
- Longkruid (Pulmonaria)
- Vaste judaspenning (Lunaria rediviva)
- Gebroken hartje (Dicentra)
- Alle bloembollen tussen bladverliezende struiken.
In de zomer:
- Hosta
- Zeeuws knoopje
- Hortensia (Hydrangea)
- Monnikskap (Aconitum)
- Campanula
- Begonia
In de herfst:
- Japanse anemonen
- Wasbloem (Kirengeshoma)
- Duizendknoop (Persicaria)
- Krentenboom (ook in de lente en zomer)
In de winter:
- Groenblijvende varens (bv. Polystichum)
- Elfenbloem (epimedium) (bloeit voorjaar)
- Schoenlappersplant (Bergenia) (bloeit voorjaar)
- Kerstrozen (Helleborus)
* Oudere vaste planten kan men vermeerderen door ze in stukken te scheuren, de stukken hebben afzonderlijk evenveel ruimte nodig als de oude plant.
* Schildluizen soms niet meer dan een stip op de bladeren van de kamerplanten, kunnen worden bestreden met zeepspiritus.
Op palmen, varens en cacteeën komen vaak grotere schildluizen voor, die gemakkelijk zijn af te borstelen met een tandenborstel en zeepspiritus.
Ook met een wattenstaafje gedoopt in spiritus gaan de schildluizen er vandoor.
* Schuim- of spuugbeestjes (cicaden) omgeven zich op de plant met een beschermende schuimlaag. Met water afspuiten.
* Sedum is ideaal als u in de zomer weinig tijd hebt om uw terrasplanten bij te houden. Dit sierlijke vetkruid heeft weinig verzorging nodig, houdt het in de zon of halfschaduw bijzonder lang uit en geeft mooie gele, oranje of witte bloemen.
* Seringen moeten al uitgelopen zijn als men ze in een vaas zet, eenmaal afgesneden komen ze niet meer uit. Klop de onderkant van de takken vezelig anders nemen ze niet genoeg water op.
Wil een sering niet bloeien? Dan kunt u in juni de wortels afsteken. Steek in een cirkel rond de stam met een spa ong. 20 cm. van de wortels af. Dit geeft de sering een extra impuls om knoppen te vormen.
Een sering hoeft niet elk jaar te worden gesnoeid. Als u hem klein wilt houden, snoeit u de sering om het jaar in het voorjaar tot vlak boven de stam. De bloei slaat dan een jaar over.
* U kunt gedeeltelijk kapot aardewerken serviesgoed mooi gebruiken om als kweekbak te dienen.
* Knip siergras liever niet af, pluk liever het dode materiaal uit; pluizen. Zo blijft het groen intact en de pol sierlijker.
* Om langer plezier te hebben van uw sierkalebassen kunt u ze met een breipen in de lengte doorboren en vervolgens enige tijd op de CV leggen.
Ook inspuiten met een (haar)lak is een idee.
* Siernetel (Coleu blumei-hybride) is zeer de moeite waard, vooral door het felgekleurde blad, dat in allerlei variaties voorkomt. In een mooie pot komt dit kleurenspel nog beter tot zijn recht. Stekken is heel eenvoudig: u knipt een top uit de plant en plaats deze in een vaasje met water. Al na een paar dagen onstaan er worteltjes.
* Slaapkamergeluk (Soleirolia) is niet eenvoudig goed te houden. Het is dan ook heel belangrijk dat er altijd water in de schoten of onderin de pot staat. Felle zon is funest voor deze plant. Als uw Soleirolia het begeeft, knip dan alle groene blaadjes eraf en zet de plant buiten. Na verloop van tijd begint hij dan weer opnieuw.
* Wilt u voorkomen dat er slakken in uw mooie potplanten op het terras of in de tuin komen? Smeer de rand van de pot dan in met
vaseline. Slakken hebben er een hekel aan.
Veel jonge aanplant in de tuin wordt weggevreten door slakken. Als men op de bedreigde plekken fijn grind of eierschalen strooit, blijven slakken uit de buurt omdat ze een hekel hebben aan scherpe randen en punten.
Maak rond planten die veel slakken aantrekken een geul met een schepje en vul dat op met koffieprut. Zo heeft u voorlopig geen last meer van slakken.
Dakpannen zijn ook geschikt om slakken te vangen. Ze kruipen er graag onder en zijn dan makkelijk te vangen.
Banen ijzersulfaat, strooizout, zand, gerstekaf, roet of droge dennennaalden vormen voor slakken een in overkomelijke hindernis.
Zet kommetjes bier neer. Het helpt gegarandeerd.
* Veel uitgebloeide bloemen van vaste planten leveren vooral met een laagje rijp of sneeuw in de herfst en winter een mooi plaatje op. Wacht daarom met het terugsnoeien van de planten tot aan het eind van de winter. Ook kunnen de zaden in de uitgebloeide bloemen als voedsel voor vogels dienen. Sommige vaste planten zoals hosta en schildblad hebben in de herfst zelf mooi gekleurd blad.
Vaste planten die in de lente en in de voorzomer bloeien (voor 21 juni) kunt snoeien. Soms, zoals bij longkruid, krijgt u daarmee een hergroei van mooi fris blad. In andere gevallen wordt u beloond met een bescheiden herbloei, zoals bij ooievaarsbek en zeeuws knoopje. Of u voorkomt heftige uitzaai, zoals van akelei ruit en vrouwenmantel.
Vaste planten die in de nazomer en in de herfst bloeien, kunt u voor de langste dag -21 juni- snoeien. Notoire omvallers snoeit u soms al half mei terug. Doordat ze vertakken, krijgen ze meer stevigheid,. U kunt ook de bloei verlengen door een pol gedeeltelijk terug te snoeien zoals bij floxen en hoge ereprijs.
Net als bij rozen stimuleert het simpel wegknippen van de uitgebloeide bloemen vaak een tweede bloei.
Knip in de herfst het dorre blad van pioenen af en voer het af. Breng het afval niet naar de composthoop om het doorgeven van ziektekiemen te voorkomen.
Heesters en bomen die nooit bloeien kan men beter niet snoeien.
Net als bij vaste planten is er bij struiken onderscheid te maken tussen lente- en zomer bloeiers. De truc is om te onthouden dat de vroege bloeiers hun knoppen al in het voorafgaande jaar aanleggen. Ze bloeien dus op de takken die het vorige seizoen gevormd zijn. Zou u overijverig uw forsythia in februari snoeien, dan knipt u al het bloeihout weg. Stel deze snoeiklus dus tot na de bloei uit. Dit geldt voor alle struiken die voor de langste dag bloeien, zoals ribes, boerenjasmijn, sering of boerenjasmijn.
Snoei ze zo snel mogelijk na de bloei, dan vormen ze na de langste dag nog voldoende nieuwe takken barstensvol knoppen voor het volgende jaar.
Struiken die na de langste dag bloeien op takken die in datzelfde jaar gegroeid zijn, oftewel ‘nieuw hout’ kunt u ongemoeid laten, maar dan bloeien ze alleen aan de toppen van steeds hoger wordende struiken. Om voor voldoende nieuw hout te zorgen, snoeit u ze in het voorjaar. Bekende struiken die op het nieuwe hout bloeien zijn, vlinderstruiken, zomerspirea en hortensia ‘Annabelle’ .
De boerenhortensia (Hydrangea macrophylla) snoeit u niet, want de bloemknoppen zitten al in het voorjaar aan de struik. Wel kunt u de struik verjongen door ieder jaar een of twee van de oudste takken tot op de grond weg te halen.
Leibomen zijn bekende gesnoeide bomen en struiken. De bekendste is de linde. Snoei in januari als het niet vriest- de takken die op de zijtakken groeien helemaal af.
Ook de haagbeuk (Carpinus) leent zich bijzonder goed als leiboom. Snoei alle takken die de verkeerde kant op groeien weg en bind de overige aan een raamwerk. Snoei haagbeuken niet later dan de kortste dag om ‘bloeden’ te voorkomen.
Groenblijvende hagen zoals coniferen, buxus en hulst kunnen het beste de eerste keer van het seizoen na half mei worden gesnoeid. In augustus of september wordt de haag voor de laatste keer gesnoeid en zo gaat hij mooi strak de winter in. Bij deze hagen wordt de onderkant wat breder dan de bovenkant gesnoeid, in een taps toelopende vorm net een rechte of een afgeronde bovenkant. Op deze manier krijgt de haag overal evenveel zonlicht, waardoor de onderkant niet kaal wordt.
Het blad van de beukenhaag (Fagus sylvatica) krijgt in het najaar mooie herfstkleuren. In de winter blijft het dorre blad aan de struik hangen. Snoei deze haag voor de eerste keer in juni en voor de tweede keer eind augustus of begin september.
Liguster is een snelle groeier en wordt daarom wat vaker per seizoen gesnoeid. Knip deze haag het eerste jaar ook aan de bovenkant om hem goed aan de basis uit te laten groeien.
Wordt de ligusterhaag gebruikt als achtergrond voor een border? Zorg dan dat de ortels van de haag niet helemaak in de border kunnen doordringen. Steek een keer per jaar met een scherpe spa de wortels van de haag af.
Wilt u een haag van bloemen of vruchten, kies dan gele kornoelje, vuurdoorn, forsythia, of dwergkwee. Deze struiken vormen hun bloemen op zijscheuten of op het oude hout in plaats van op de scheuten die bij het snoeien worden afgeknipt. Zo’n informele haag kunt u gedurende de zomer waar nodig terugsnoeien.
Klimplanten, zoals blauweregen snoeit u midden in de winter en in de zomer nog een keer, ong. twee maanden na de bloei. Knip in de winter de zijscheuten van de hoofdtakken terug op niet meer dan twee à drie knoppen. In de zomer kunt u lange zijscheuten nog eens inkorten door ze tot op ong. 15 cm. van de hoofdtak af te knippen.
Snoei kamperfoelie vroeg in het voorjaar. Knip gerust vrij drastisch tot op de muur of de steun terug. Halverwege de zomer mag u hem gerust nog wat inkorten.
De voorjaarsbloeiende clematis, zoals clematis montana, snoeit u alleen als hij te groot wordt en wel direct na de bloei.
De zomerbloeiende soorten bloeien op jong hout. Snoei ze begin maart, zo laag mogelijk bij de grond, vlak boven een knoppenpaar. Zo voorkomt u dat ze alleen hoog bovenop wat bloemetjes produceren.
Klimhortensia begint traag, maar geduld wordt zeker beloond. Bind jonge scheuten aan tot ze hechtwortels vormen. Snoei alleen na de bloei als ze te groot worden. Kort te lange scheuten in. Haal zijscheuten die van de muur af groeien weg tot op een gezonde knop. Doe dit regelmatig; klimhortensia’s vormen anders dikke bossen met veel dood hout onderin.
Snoei de druif tussen kerst en Nieuwjaar als het niet vriest om ‘bloeden’ te voorkomen. Haal alle zijscheuten weg tot twee à drie ogen van de hoofdtakken. In de zomer haalt u de lange sliertige scheuten weg tot bij de beginnende trosjes.
Moderne rozen, grootbloemige en trosrozen snoeit u terug tot ong. 25 cm. boven de grond.
Oude en Engelse rozen snoeit u jaarlijks met de helft of eenderde terug.
Bij botanische of wilde rozen haalt u alleen af en toe een oudere hoofdtak weg en dat gaat het makkelijkst met een takkenschaar. Dit is om nieuwe groei te bevorderen.
Bij klimrozen haalt u om te verjongen om de paar jaar een oude hoofdtak weg. Van de overgebleven hoofdtakken snoeit u alle zijtakjes weg tot op twee of drie cm.
Stamrozen worden kort op de stam teruggesnoeid, let daarbij op een evenwichtige vorm van de kroon.
In de zomer worden uitgebloeide bloemen weggeknipt tot vlak boven een volwassen blad dat weer uit vijf kleine blaadjes bestaat, dit is om herbloei van de rozen te bevorderen.
De zomerbloeiende klimrozen, kunnen als ze te groot worden, direct na de bloei worden gesnoeid.
In het voorjaar wordt het blad van de siergrassen kort gesnoeid. Deze planten lopen al vroeg weer uit. Let op dat u geen nieuwe, groene groeipunten afknipt.
Welke plant wanneer snoeien:
Maart: struikrozen
April: winterbloeiende heide, fuchsia, bladhoudende heesters (zoals liguster en laurier)
Mei: viburnums (zoals de Gelderse roos)
Juni: wilde uitlopers van rozen, seringen
Augustus: stam- en treurrozen, clematis, lavendel.
Bomen kunt u het best in de zomer snoeien .
* Een snoeischaar op een lange stok is een handig hulpmiddel voor al die plekken waar u moet snoeien maar waar u niet goed bij kunt.
* Snijbloemen kunt u langer goed houden door in het water een aspirine bruistablet te laten oplossen.
Stengels van snijbloemen altijd bladvrij maken om verrotten te voorkomen.
Snijbloemen houden niet van te warme temperaturen, dus niet te dicht bij de verwarming,.
En al houden snijbloemen van licht, de volle zon is ze te veel.
Schoon water voor de snijbloemen en de vaas blijft ook langer mooi. Reinig de vaas bij elke schoon waterbeurt. Wat chloor helpt hierbij.
Het meegeleverde zakje snijbloemenvoedsel is noodzakelijk voor een mooi bosje snijbloemen.
De snijbloemen niet vlak bij een schaal fruit zetten. Het fruit verkort de levensduur van uw snijbloemen.
Meeroken is funest voor uw snijbloemen.
De beste tijd om snijbloemen te plukken is de ochtend, echter, snijbloemen in knop, als fresia’s, gladiolen, pioenen, rozen, anjers of irissen, kunnen daarentegen beter ‘s avonds kort voor zonsondergang worden geplukt.
Snijbloemen kunnen in de koelkast bewaard worden, dat geldt vooral voor corsages.
* Een specht is te lokken met spekzwoerd, kaas zonder korst en vetbollen, dit geldt ook voor een boomklever.
* Spinnen kunt u verdrijven door een schoteltje azijn neer te zetten. Maar ze zijn nuttig als opruimers van insecten.
* In maart kan de zaai buiten van spinazie starten. Alleen als de grond nog erg koud is, is het beter even te wachten. Opwarmen door er eerst een week tot tien dagen plasticfolie op te keggen kan ook. Voor deze vroege teelt zijn snelgroeiende rassen nodig als Breedblad, Scherpzaad, Vroeg Reuzenblad en Amsterdams Reuzenblad. org voor een vruchtbare grond en geef vooraf wat stikstofrijke mengmeststof mee. Het zaaien kan breed vormig of op rijen met 10 cm. tussenafstand. Er is ong. 5 gr. zaad per vierkante meter nodig.
* De spint, een nauwelijks zichtbaar rood spinnetje, doet zich te goed aan het sap van een plant, die daarvan behoorlijk heeft te lijden. Planten zullen niet zo gauw last hebben van spint als de bladeren geregeld worden afgesponsd en besproeid.
Spint kan worden bestreden met zeepspiritus: 1 l. water, een eetlepel. spiritus en een theelepel. groene zeep. De plant de volgende dag goed naspoelen met schoon water. De behandeling na een week herhalen.
* Sproei de tuin niet zolang de zon schijnt, de druppels werken dan als brandglazen.
Net geplaatste planten niet met en harde straal besproeien, liever meerdere keren om de planten heen gieten.
Besproei sterk uitgedroogde vlakken langzaam meerdere keren met korte tussenpozen.
Sproeien met water uit de regenton is veel beter dan het gebruik van koud water.
* Vetplanten zijn te vermeerderen door scheutstekken. Eerst even een dag laten drogen en daarna direct in de aarde zetten. Ze zullen op water ook wortelen, maar daarin mogen de wortels niet te lang doorgroeien, omdat ze niet voldoende voedsel uit het water kunnen halen.
De beste tijd om planten te stekken is het voorjaar (maart/april). De stekken mogen nooit langer zijn dan 10 cm., terwijl dat deel dat in het water staat bladloos moet zijn.
Uit een mooi blad van de Kaapse viool kan men een nieuwe plant kweken, door het blad met de steel in een potje zandige, vochtige turfmolm te zetten.
geraniums zijn makkelijk te stekken. Tien cm. lange scheuten een halve dag laten drogen, de onderste bladeren eraf halen en de stekken in een pot met potgrond zetten. Afdekken met schoon zand en koel en licht laten overwinteren.
* In mei beginnen de meeste planten flink te groeien. Sommige planten kunnen wel een steuntje gebruiken. Daarvoor zijn verschillende steunen te koop, maar met zo handig en minstens zo mooi is snoeihout. Zet naast de overhellende planten een rechte tak en de plant zal fier omhoog groeien.
* Gedroogde bloemen worden soms stoffig. Met een stofdoek afnemen gaat niet, maar eens in de zoveel tijd de bloemen voor een open raam zetten en dan met een föhn het stof naar buiten blazen.
T.
* Teken bijten zich vooral bij honden vast in de huid. Als men zo’n beest gewoon wegtrekt, blijft de kop in de huid achter en is de kans op ontsteking erg groot. Voor het verwijderen moet de teek worden gedood met een watje met benzine, olie of ether. Daarna is het ongedierte gemakkelijk uit de huid te trekken.
U kunt teken ook afdekken met nivea. Hij zal dan spoedig loslaten.
Nog een tip is: breng een klodder vloeibare zeep op een prop watten aan en bedek daarmee de teken. Dep ca. 20 sec. en de teken zullen zich spontaan losmaken en zichzelf vasthouden aan de watten wanneer u de prop weggooit.
* Tien termen uitgelegd die staan op zaaizakjes van een tuincentrum.
- onder glas: beschut zaaien of planten in een platte bak of kas, dat mag echter ook een bak met folie zijn
- volle grond: buiten in de tuin, dus zonder beschutting
- breedwerpig zaaien: het zaad gelijkmatig verdeeld uitstrooien over de geheel oppervlakte
- op rijen zaaien: het zaad in rijtjes zaaien met een bepaalde tussenafstand tussen de rijen
- ter plaatse zaaien: direct op de definitieve plaats van bestemming zaaien, zodat overplanten niet nodig is
- zaai-/plantafstand 25 x 5: de rijafstand is 25 cm, de plant- of zaaiafstand op de rij 5 cm.
- poten: een andere term voor uitplanten
- verspenen: jonge, pas gekiemde plantjes overplanten van zaaibak naar pot
- voorzaaien: in een zaaibak of plantbed zaaien om later elders uit te planten
- op pot zaaien: zaaien in een opkweekpot om later uit te planten.
* Gaat u een nieuw terras aanleggen, strooi dan wat cement over het zand en leg daarna de tegels. Die liggen op deze manier steviger en de kans op onkruid vermindert meteen.
Anti-onkruiddoek onder de terrastegels heeft hetzelfde effect.
* Terrasbloemen en planten:
1. Ijzerhard (Verbena) is er in de prachtigste kleuren. Dit eenjarige plantje wil graag in de zon staan. Ook mooi in combinatie met andere planten in een hanging basket.
2. Passiebloem is een prachtige klimmer die in de volle zon wil staan. Er zijn verschillende soorten in de mooiste kleuren blauw, rood en wit.
3. Fuchsia’s zijn ideaal voor een terras met minder zon. Deze kuipplant bloeit onvermoeibaar door. Elke dag water stellen ze erg op prijs.
4. Het Vlijtig Liesje is een makkelijke plant die zelfs in de schaduw nog goed groeit. Mooi in wit en rosé, maar ook in andere tinten een topper.
5. Spaanse Margriet (Osteospermum) is een rijke bloeier met een leuke bossige groeiwijze. De plant wil graag in de zon staan en is er in veel tinten.
6. Dilpadenia is een slingerplant die lichte schaduw kan verdragen en bloeit de hele zomer.
7. Lobelia is er in wit, lila en blauw. De plant is prachtig in een hanging basket en wil graag in de zon staan.
8. Geranium (Pelargonium) wil graag lekker zonnig staan. De plant is niet erg moeilijk en kan goed tegen een dagje zonder water.
* Met kamillethee kunt u schimmels op zaad en pootgoed bestrijden. Een theelepel kamille laat u 24 uur trekken op 1 liter water en klaar is uw middeltje. Voeg een lepeltje groene zeep toe voor een betere hechting.
Met thee van heermoes kunt u de planten weerstand geven tegen de schimmels. Voor 1 liter heeft u 30 gr. nodig. Een kwartiertje koken, een dag laten staan, verdunnen met 4 liter water en u kunt preventief spuiten,. Elke drie weken herhalen.
Uit alsemthee brouwt u een middeltje tegen slakken en insecten. U heeft een onsje alsem nodig dat u ruim een kwartier in 1 liter water kookt. Opnieuw een dag laten staan. Zeven en het water kan zo over de planten.
* Tibouchina is een kuipplant waarvan u langdurig plezier heeft. Na de bloei moet hij net als alle andere kuipplanten overwinteren. Zet hem vorstvrij op een lichte plaats en hij zal elk jaar mooier worden. (Zie petunia)
Heeft u in februari binnen tomaten gezaaid, dan moet u halverwege april de plantjes uitzetten in de koude bak of potten. Ze mogen nog niet naar buiten, omdat de plantjes anders bevriezen. Wachten tot half mei. Met een beetje goed weer heeft u dan kans dat u al vanaf juli
kunt oogsten. Geen plantjes gezaaid? Koop dan plantjes die u in de koude bak of potten zet.
In tomaten moet u flink knippen voor een goede oogst. Allereerst is ‘dieven’ belangrijk. Dat is het verwijderen van de nieuwe zijtakken die in de oksels van de bladeren groeien. U kunt de plant, telkens als u hem water geeft, even op die uitlopers controleren.
Voordat een tomaat vruchten geeft, bloeit hij. Laat de plant zeven bloemtrossen maken en haal dan de top van de plant eruit. Dat moet in augustus sowieso gebeuren. De tomaten worden dan veel groter en als de kop eruit is, kunnen de nog groeiende en rijpende tomaten lekker sappig worden.
* Torren kunt u verwijderen met een mengsel van gelijke delen borax en suiker.
Torren gaan op de vlucht voor de geur van ammoniawater.
* Heeft u een donkere hoek in uw tuin, met veel bomen of andere soorten van schaduw, kijk dan eens in de zgn. heemtuinen. U zult dan ontdekken dat er vele wilde planten bestaan die in de schaduw prachtig bloeien.
- Een heel kleurige tuin lijkt vaak veel kleiner.
- Met wit en grijs krijgt een tuin een moderne uitstraling.
- Een tuin met alleen bladgroen fleurt op met hier en daar rood of bont blad.
- Wees wel voorzichtig met bont blad in uw tuin, want dat kan snel onrustig werken.
- In een donker hoekje van uw tuin heeft een bontbladige klimop veel meer effect dan een donkergroene.
Kleine tuin. kies dan een donkere schutting achter in de tuin, dat geeft diepte, terwijl een lichte schutting de breedte accentueert.
De tuin is een heerlijke plek voor kinderen om te spelen. Met een eigen hoekje voor de kleintjes en wat voorzorgsmaatregelen, voor tuin en kinderen, maakt u van uw tuin een kinderparadijs:
- neem voor het gazon een sterk soort graszaad dat bestand is tegen rondrennende en spelende kinderen
- plaats een zandbak waar de kinderen in kunnen spelen. Neem daarvoor zand met een korrelgrootte van max. 2 mm. en maak de zandlaag niet dikker dan 50 cm.
- geef kinderen een eigen tuintje waar ze hun groenten, bloemen en fruit kunnen kweken. Aardbeien, tuinkers, sla, radijs, zonnebloem en goudsbloem zijn makkelijk te kweken
- alle waterpartijen zijn voor de allerkleinsten gevaarlijk. In een paar cm. water kunnen ze al verdrinken. Als u kinderen heeft is het beter om pas later een vijver aan te leggen. Een waterornament is een mooi alternatief.
* Tuingereedschap zoals zeisen, hooivorken, e.d. niet afdoende beschermd mogen niet op de openbare weg worden vervoerd.
* Vaste tuinplanten mag men voor de winter niet afknippen. In de holle stengel zou het regenwater blijven staan en bij vorst wordt de plant dan ernstig beschadigd doordat hij tot in het hart bevriest.
* Aan het einde van het seizoen kan uw houten tuinset zwart verkleuren. Die zwarte laag laat zich echter verwijderen door een metalen schuursponsje te gebruiken. Maak de tuinset wel nat, niet alleen voor maar ook tijdens het schuren.
Is de tuinset groen uitgeslagen, dan helpt een sodasopje het best. Even laten weken, dan flink schrobben en het mooie hout is weer te zien.
* Van een lekke tuinslang maakt u in een handomdraai een milieuvriendelijk en efficiënt irrigatiesysteem voor in de tuin. Prik in de oude tuinslang een rij extra gaten met een diameter van 2 mm, twee à drie cm. uit elkaar. Sluit het ene uiteinde waterdicht af en koppel het andere einde aan uw goede tuinslang. Leg de geperforeerde slang langs de planten in uw border. Licht ingraven kan ook, maar dan met de gaten naar boven. Draai de kraan een slag open en uw low-tech-irrigatiesysteem bewatert in dunne straaltjes uw border, zonder waterverlies door verdamping.
Als men het uiteinde van de plastic tuinslang even in heet water houdt, past hij veel gemakkelijker op de kraan. Bovendien blijft hij goed strak zitten omdat het plastic bij afkoeling weer krimpt.
* Is uw tuinsproeier vaak verstopt? Haal het kraan aansluitstuk eraf en stop er een knikker in, zodanig dat het precies past. Maak het aansluitstuk weer vast en zet de kraan open. Door de waterdruk gaat de knikker langzaam door de slang en duwt alle aanslag en als voor zich uit. Wanneer de knikker er aan de andere kant weer uitrolt, is uw tuinsproeier weer brandschoon.
* Een tafelkleed op uw tuintafel blijft beter zitten, als u onder die tafel een paar wasknijpers plakt en het kleed daaraan vastmaakt.
* Houten tuintegels brengen veel sfeer in de tuin, maar ze kunnen soms erg glad worden. Als u de tegels lakt met jachtlak waardoor een handje fijn zand wordt vermengd, worden de tegels stroef.
* Tuintips januari:
-Deze maand is ideaal voor het snoeien van uw appel- en/ of perenboom (mits de temperatuur niet onder de -5C komt). Ook de druif kan nu gesnoeid worden. knip de zijtakken weg tot op twee/drie ogen totdat de hoofdstam en hoofdtakken overblijven.
- Vergeet uw kuipplanten in de garage of schuur niet. Zet bij vorstvrij weer het raam of de deur open en geef ze regelmatig water.
- Mocht het glad worden op de tuinpaden, strooi dan eens zand in plaats van zout. Een stuk milieuvriendelijker.
- Appel of peer over? Voer het aan de vogels. Deze hebben in de koude wintermaanden echt behoefte aan extra vitaminen.
- Zoek nu alvast uw zaden en zomerbollen in de catalogi.
- Zelf zaaien, onder glas. Allerlei perkplanten en vroege groenten kunnen nu binnen gezaaid worden, zoals bloemkool, sla en prei.
- Maak nu uw tuingereedschap schoon, repareer ze eventueel en smeer ze in met olie.
- Repareer uw schuttingen en schuurtje indien nodig.
- Scheur de sneeuwklokjes als ze uitgebloeid zijn voorzichtig van elkaar en plant ze opnieuw in kleine groepjes. Uw hele tuin komt vol te staan met deze vroege bloeier.
- Haal de vroege winter bloeier, zoals Forsythia, winterjasmijn en Hamamelis alvast naar binnen.
- Maak nestkastjes voor de vogels schoon, ze zoeken al vroeg hun nestplaats uit.
- Sneeuw laten liggen op de planten, het dient als isolatie.
- Vorstgevoelige planten moeten worden beschermd met een flink dek van blad, stro of turfmolm
- Bij vorst en sneeuw laat u het gazon voor wat het is, niet op lopen.
- Rozen moeten tegen vorst en wind worden beschermd rond het verdelingspunt. Bind bij stamrozen een bos stro om de vertakking.
- Voorkom dat het water in de vijver tot de bodem bevriest. Hak een bijt, schep er water uit en zet er een bos stro of riet in.
- Bloeitijd: januari februari: winterakoniet, sneeuwklokje.
Tuintips februari:
- Snoei uiterlijk deze maand heesters en blauwe regen, zodat ze er deze zomer mooi bij staan.
- Alle bessen, appel- en perenbomen kunnen worden gesnoeid, zorg voor een schone, scherpe snoeischaar.
- Er komt weer meer licht, tijd om de kamerplanten te verpotten, bemesten en weer in model te knippen.
- De grasmat wordt behandeld met een verticuteerhark en voorzien van een laagje aarde.
- Grof kluiterige grond of onkruid onder struiken en bomen vergroot de kans op nachtvorstschade aan uw vroeg bloeiende fruitbomen.
- Verwijder de grote ronde knoppen uit de zwarte bessenplant. Als de knoppen uitlopen verspreiden de rondknopmijten zich over de hele plant.
- Boerenkool kan de kou goed doorstaan en wordt zelf lekkerder naarmate ze langer op het veld staat. Tegen maart moet ze wel geoogst zijn, anders wordt ze bitter.
- Februari is een geschikte maand om kuipplanten te verpotten. Gebruik bij voorkeur potgrond met klei om het water beter vast te houden.
- Bent u dit jaar vergeten sneeuwklokjes en krokussen te planten? Schaf de bollen dan bloeiend aan en zet ze in potten op de tuintafel. Zodra ze zijn uitgebloeid kunnen ze in de volle grond.
- Vanaf deze maand kunt u een jarigen in een kasje voorzaaien.
- Laat in een vergeten hoekje in de tuin een bos brandnetels staan. Hier komen veel vlinderrupsen op af, zodat u deze zomer veel vlinders in uw tuin heeft.
- Als het niet vriest, is het een goede tijd om compost in de tuin onder te spitten. Kies voor goed verteerbare compost, dit is een prima bodemverbeteraar.
- Planten kunnen nu prima worden gepoot. Houd de nieuwe planten wel in de gaten en vergeet ze geen water te geven in het begin en tijdens droge periodes.
- Bloeitijd: februari maart: krokus, mini-iris.
Tuintips maart:
- Zolang het blad nog niet is uitgelopen kunt u uw planten, heesters en bomen nog verplanten.
- Start eind deze maand met het planten van zomerbloeiende bollen.
- Snoei de zijtakken van uw klimrozen flink terug (ong. tot boven het vijfde oog).
- De prunus, appelbloesem en wilgenkatjes staan meestal al vroeg in bloei. Snijd -voor een vleugje voorjaar in huis- een paar takken af en zet ze in een mooie vaas.
- Kuipplanten die binnen overwinterd hebben, beginnen vanaf nu weer te groeien. Snoei deze planten vrij diep in, dit levert uiteindelijk een mooi volle plant op.
- Dit is het moment om keukenkruiden zoals peterselie, bieslook, dille, kervel, dragon en salie te zaaien. Kies hiervoor een zonnige en warme plek.
- U kunt alvast beginnen met het onderhoud van uw tuinmeubelen. Schuur houten tuinmeubels alvast en koop de juiste beits, lak of olie. Als het weer het toelaat, kunt u direct aan de slag.
- Heesters als de vlinderstruik, pluimhortensia en strikrozen zijn gebaat bij een forse snoei. Snoei ze op 20-40 cm. boven de grond.
- Teel niet elk jaar groentegewassen van dezelfde familie op dezelfde plaats.
- Als het voorjaar doorzet is het tijd voor de grote schoonmaak van uw tuin. Verwijder oud blad en onkruid, afgestorven bloemstengels worden afgeknipt.
- Op de meeste gronden moet nu worden bij gemest met natuur- of kunstmest.
- Als de primula’s in de kamer zijn uitgebloeid, worden ze in de tuin op een beschaduwde plaats geplant. Dan kunnen ze nog jaren mee.
- Denk aan de mosbestrijding van uw gazon. Voorzie het gazon ook van voldoende lang werkende voedingsstoffen.
- Snoei verwaarloosde hagen sterk in. Door een vroege snoei hergroeien ze snel. Verwen ze na de snoei met een laagje compost onder de haag en geef een hagenbemesting. Vooral liguster, laurierkers en spirea herstellen snel. Taxus duurt wat langer.
- Bloeitijd: maart april: anemoon blanda, sneeuwroem, kievitsbloem, sterhyacint, narcis.
Tuintips april
- Een hele reeks gewassen kunt u in april aan de grond toevertrouwen. Buiten zaaien en poten kan met aardappelen, bietjes, bloemkool, boerenkool, erwten, kapucijners, koolraap, komkommer, peulen, sla, uien, prei, raapstelen, rode- witte- spits- en savooienkool, schorseneren, snijbiet, spinazie, spruitjes, tuinbonen en wortelen.
- Strooi bij regenachtig weer mest langs bomen, hagen en ook bij planten in potten.
- Zonnebloemen, korenbloemen, lathyrus en andere eenjarige zomer bloeier kunnen ter plekke in uw tuin gezaaid worden.
- Ook zomerbollen – denk aan dahlia’s, lelie’s, oxalis – kunnen deze maand in de volle grond of in potten worden geplant.
- Zodra de temperatuur boven de 10C komt, kunt u gras gaan inzaaien.
- Er kan nog nachtvorst komen, leg daarom ‘s avonds een stuk vliesdoek over sommige planten, zoals de hortensia’s. Zo kunnen de bloemknoppen niet bevriezen.
- Tot ong. half april kunt u nog hagen, zoals beuk en liguster planten, Vergeet niet om pas geplante bomen en hagen bij warm weer extra water te geven.
- Nu de peren volop bloeien is het de gevaarlijste tijd voor bacterievuur. Behalve peren kunnen ook appels, meidoorns, vuurdoorn, lijsterbessen en kweeperen worden aangetast. Aangetaste bomen moeten direct worden verwijderd en afgevoerd.
- Door natuurlijke rangschikking van planten rond uw moerasbak of vijver zal vanzelf dierenleven ontstaan, zoals kikkers, padden en kokerjuffers.
- In april worden kruiden gezaaid die iets meer warmte nodig hebben: venkel, hyssop, marjolein en wijnruit.
- Berken en magnolia’s kunnen het best in het voorjaar worden geplant.
- Het gazon voor de eerste keer maaien en daarbij de machine hoog instellen. Afgemaaid gras afvoeren.
- Bloeitijd: april: hyacint, blauwe druif, tulp, narcis.
Tuintips mei:
- Kuipplanten en eenjarige zomer bloeiers kunnen na 15 mei (IJsheiligen) weer
naar buiten.
- Geef uw planten in de borders wat extra mest.
- Vaste planten en zaden van een- en tweejarigen kunnen direct in de volle
grond worden geplant. Denk aan: campanula’s, vergeet-mij-nietjes, etc.
- Het gras mag, afhankelijk van de groei, 1 à 2 keer per maand worden gemaaid.
- Snoei alle voorjaarbloeiende heesters direct na de bloei. Snoei ook de groene takken weg bij bontbladige heesters of bomen, ze gaan anders overheersen.
- In mei worden basilicum, tijm en citroenmelisse gezaaid. Munt kan alleen worden vermeerderd door uitlopers af te snijden en uit te planten.
- Wees bij kersen attent op gomziekte. Takken waaruit een glimmend soort hars komt moeten worden verwijderd.
- Bij droogte snakken jonge bomen die de afgelopen winter zijn geplant naar water.
- Om een geschoren haag mooi dit te houden is het verstandig twee keer per groeiseizoen te snoeien, in mei/juni en in de nazomer.
- Bloeitijd: mei-juni: tulp, sierui.
Tuintips juni:
- Maai het gras, afhankelijk van de groei 1 à 2 keer per week. Het beste is om
‘s avonds te maaien om uitdroging te voorkomen.
- Alle een- en tweejarigen kunnen nu uitgezaaid worden in de tuin of border.
- Bij langdurig mooi weer werkt eenmaal per week enkele uren sproeien beter
dan dagelijks een kwartier.
- Pluk de aardbeien met kroontjes en al. Op die manier blijft de vrucht langer
goed en ontstaat er geen schimmel op de planten.
- Geef jonge groeischeuten in fruitbomen geen kans zich te ontwikkelen. Ze nemen teveel voedingsstoffen weg.
In juni kunnen de eerste peulvruchten worden geoogst. Eerst de peulen, later de erwten.
- Bescherm uw kamerplanten tegen al te fel zonlicht. Veel kamerplanten kunnen ook naar buiten.
- Afgestorven bollen kunnen worden gerooid en bewaard op een koele en droge plaats.
Tuintips juli:
- Knip vaste planten en eenjarige na de bloei flink terug. Grote kans dat ze voor
de tweede keer uitlopen en opbloeien.
- Tweejarige planten kunnen nu gezaaid worden.
- Veel kruiden, zoals dille, peterselie en tijm, kunnen nu geoogst en eventueel
ingevroren worden.
- Verspreid wat overgebleven grasmaaisel over uw border. Zo krijgt onkruid
minder kans.
- Appels en peren worden uitgedund. Per cluster vruchten mogen er maar één of twee vruchten uitgroeien.
- Fruitbomen kunnen enigszins worden gesnoeid, zodat er meer licht bij de vruchten kan komen.
- Planten die slap zijn moeten tijdig van steunmateriaal worden voorzien.
- De uitgebloeide bloemen van de Rhododendron moeten voorzichtig worden uitgebroken.
- Bij alle heesters en bomen die op een onderstam groeien moeten grondscheuten direct en zo diep mogelijk worden weggeknipt.
- Uiterlijk eind juli is het tijd voor het zaaien van zomerpeen.
- Vaste planten in de borders kunnen na de bloei worden teruggesnoeid, dit is goed voor de tweede bloei van de planten.
- Bind de lange scheuten en ranken van klimplanten tijdig omhoog om ze in goede banen te leiden.
Tuintips augustus:
- Deze maand kunt u beginnen met het stekken van kuipplanten.
- Gras zaaien of nieuwe zoden aanleggen? Vanaf half augustus worden de
nachten vochtiger en is er langer ochtenddauw waardoor het gras beter
kiemt.
- De lavendel en de roos mogen worden teruggesnoeid. De afgeknipte
takken van de lavendel kunt u meteen drogen.
- De maand augustus is ook de maand bij uitstek om een nieuwe haag
te planten.
- Bewortelde scheuten en wortelschot van populieren, de braam, framboos, aardbei en fluweelboom kunnen worden afgestoken en elders worden uitgeplant.
- De luchtstroom van een ventilator houdt wespen, vliegen en muggen tijdens de barbecue of buiten eten op afstand.
- De vroegste appels (o.a. Benoni en Discovery) kunnen worden geplukt.
- Tegen het eind van de maand gaan kamerplanten die buiten hebben over zomerd weer naar buiten.
- Zaai de herfstteelt van radijs, postelein, spinazie, sla en Chinese kool. Bij droogte regelmatig water geven.
- Knip oude uitgebloeide bloemen van borderplanten wekelijks weg om zo doorbloei te bevorderen.
- Houd hinderlijke vliegen in huis op afstand door her en der blaadjes van de vlierstruik neer te leggen.
- Bij droog en warm weer mag het gras langer blijven. De messen van de grasmaaier kunnen dus hoger worden afgesteld.
- Ververs dagelijks het water in het vogelbadje. Niet alleen vogels, maar ook egels drinken ervan tijdens droge perioden.
- Haal het teveel aan blad bij de druiven weg, zodat ook de druiventrossen van de late zon kunnen genieten.- Verzamel zaden en doe ze in zakjes of enveloppen, schrijf de naam erop en bewaar ze op een droge plaats.
- Knip mooi groen uit uw tuin en combineer een paar echte bloemen met mooie zijden bloemen. Zo vallen die neppers niet op.
- Zinnia’s en duizendschoon zijn sterk en goed te combineren met bv. de gele guldenroede. Dat worden boeketjes die heel lang staan en beeldig ogen.
Tuintips november:
- Ook in deze tijd van het jaar hebben planten in potten – voor zover u ze nog niet binnen heeft gezet – regelmatig water nodig.
- Zolang het nog niet vriest kunnen heesters en bomen gesnoeid worden.
- Verwijder regelmatig de bladeren van uw gazon, zo voorkomt u dat het gras eronder verstikt, maar verspreidt het over tussen de vaste planten in de border. De wortelkluit wordt zo beter beschermd.
- Winterjasmijn en herfstasters kunnen nu geplant worden en geven tot februari kleur aan uw tuin.
- Geef wat extra kleur aan uw terras of balkon met winterviooltjes.
- Pompoenen en kalebassen blijven langer mooi als u ze regelmatig keert. Hiermee voorkomt u zachte, lelijke plekken die kunnen onstaan door het liggen. Haal de vruchten binnen als het gaat vriezen.
- Haal nu alvast vliesdoek en noppenfolie bij een tuincentrum. Hiermee kunt u uw klim en kuipplanten beschermen tegen de vorst.
- Het planten van bolgewassen die in het voorjaar bloeien moet klaar zijn voor de vorst invalt. Plant deze zoveel mogelijk in groepen bij elkaar.
- De meest vruchtheesters dragen het rijkst als er een stuk of drie bij elkaar worden geplant.
- Groenten zoals andijvie, groenlof of Chinese kool moeten worden geoogst voor het matig gaat vriezen.
- Voorkom wildschade; omwikkel uw jonge bomen met een stevig karton (50 cm. hoog) of maak rond de stam een fijnmazig kippengaas.
- Kleigrond wordt gespit en blijft in grove kluiten liggen. Zandgrond bedekken met organisch materiaal.
- De composthoop wordt omgezet: bruikbare compost kan worden uitgereden in de tuin.
Tuintips december:
- In deze periode van het jaar zijn er in uw tuin prachtige kerstmaterialen te vinden. Denk aan de rode besjes van de heesters, hulst, hederablad, takken van de skimmia en niet te vergeten de maretak.
- Controleer regelmatig uw buitenbakken en -potten. Soms raken de gaatjes onderin de pot verstopt waardoor er water in blijft staan en de pot kapotvriest.
- Wilt u na de kerst uw kerstboom met kluit in de tuin planten? Knip dan, wanneer u de boom versiert, nooit de top eruit. De kerstboom raakt dan te erg verzwakt. Laat hem na de kerst eerst een tijdje (een week of twee weken) in uw schuur of garage wennen aan het koelere klimaat. Zodra het vorstvrij is kunt u de kerstboom planten: vergeet hem niet regelmatig water te geven.
- Help de vogels de winter door met pindaslingers, vetbollen en appels.
Een ruimte met een temperatuur tussen 4 en 10 C. is ideaal om uw planten vorstvrij te laten overwinteren.
- Geef de takken van appel- en perenbomen een flinke borstelbeurt tegen overwinterende insecten.
- Allerlei spruitgroenten worden in de vensterbank te kiemen gelegd op een schaaltje met vochtig keukenpapier.
- De kerstboom uit de tuin uitgraven en bij vorstvrij weer enkele dagen laten acclimatiseren.
- Geef de kerstster nooit koud water; dan worden de bladeren geel en vallen ze af.
- Geniet van bomen en heesters die nu bloeien, toverhazelaar, sierkers en winterjasmijn.
- Versier een mooie boom of struik in uw (voor)tuin met kerstlampjes of een lichtslang voor een gezellige sfeer.
- Zorg dat u alvast voldoende strooizout in huis heeft. Zo kunt u stoep en tuinpad begaanbaar maken en houden, zelfs als vorst of een sneeuwbui u overvalt.
- Schud dikke lagen sneeuw van coniferen, groenblijvende bomen en struiken om te voorkomen dat de takken beschadigen of afbreken.
- Hulsttakken gebruiken voor uw kerststukje, haal de mooiste takken dan alvast naar binnen, anders vallend e besjes ten prooi aan de vogels.
* Tulpen en narcissen kunt u wel bij elkaar in een vaas zetten, als u een scheutje chloor in het water doet.
U.
* Als u uien in de tuin plant, blijven de muizen eruit.
Gebruik bij de teelt van uien geen stalmest. Dit lokt de uienvlieg aan.
Veel bemesting, dan zijn uien veel minder goed te bewaren. Maar een kleine hoeveelheid kunstmest of een beetje compost tijdens de groei zijn niet verkeerd.
Zaai of plant beslist geen uien op een plek
waar vorig jaar uien hebben gestaan.
* Als u meteen vanaf het begin uitgebloeide bloemen uit de planten haalt, dan blijft uw tuin veel langer mooi. De plant krijgt dan geen tijd om zaden te maken en alle groeikracht gaat naar de nieuwe bloemen.
Bloemen en planten t/m z
V.* Komt u terug van vakantie en zijn de planten uitgedroogd? Geen paniek, misschien zijn ze nog te redden. Dompel de aarde even helemaal onder in handwarm water en laat het overtollige water goed uitlekken.
* Gedroogde of verse kamillebloemen of gedroogde varens in de honden- of kattenmand houden de vlooien op een afstand.
Varens hebben veel water en niet teveel licht nodig. Met een scheutje melk eens per week groeien ze nog beter.
Varens groeien gelijkmatiger als de pot op gezette tijden in de richting van de wijzers van de klok worden gedraaid.
* Vaste planten in de tuin (de wortels) moet u als er vorst op komst is, afdekken met een laag bladeren of compost. Hierdoor zullen ze minder snel beschadigen door de vorst.
* Koperen vazen zijn ideaal voor bloemen, ze blijven daarin extra lang mooi.
Omvallende vazen zijn een ergernis, doe, al naar de soort van de vaas een beetje zand,wat kiezelsteentjes of knikkers op de bodem.
Om bloemen en takken in zeer grote vooral ondoorzichtige vazen, een goed houvast te geven stop een in elkaar gedrukt stuk kippengaas in de vaas.
Is uw vaas poreus? Aardwerk vazen van binnen met boenwas inwrijven of met hete paraffine spoelen. Glazen en aardewerk vazen kunnen ook met waterglas dus kalium- of natriumsilicaat) of met kleurloze nagellak worden gespoeld. Het is wel een vereiste, dat de vaas volkomen droog is en u het na de behandeling minstens wwn week laat drogen.
* Veldbloemen zijn erg kwetsbaar. Ze gaan gauw slap hangen en kunnen daarom het beste van berm naar huis worden vervoerd in een vochtige (dicht geknoopte) plastic zak. Als ze daarna nog een paar uur tot aan hun nek in het water staan, zal men er langer plezier van hebben.
Veldbloemen hebben erg veel water nodig. De vaas in ieder geval eenmaal daags bijvullen .
De meeste veldbloemen verwelken snel, maar fluitenkruid, boterbloemen en dotters zijn wat sterker.
Veldbloemen, als klaprozen verwelken minder snel als de uiteinden van de stelen worden dichtgeschroeid voor men de bloemen in de vaas zet.
* Venushaar (Adianthum tenerum scutum roseus) moet op een lichte plek staan, maar absoluut niet in de zon. De potkluit moet altijd nat zijn. Als de kluit uitdroogt, verdort de plant namelijk onmiddellijk. Ook mag u niet sproeien omdat er dan bruine blaadjes komen. De fijne blaadjes op hun dunn steeltjes gaan bij de minste of geringste luchtverplaatsing bewegen.
* Wanneer een plant uit zijn pot groeit, wordt het tijd hem te verpotten. Het beste kan men nieuwe, aardewerk pot nemen die zo lang onder water moet worden gehouden tot er geen luchtbelletjes meer ontstaan. De nieuwe pot moet ong. 1 maat groter zijn dan de oude.
Onderin de pot wordt een potscherf gelegd (bolle kant naar boven) om te voorkomen dat het afvoergat verstopt raakt. Daarop wordt een laagje potgrond gestrooid en vervolgens kan de plant met aardkluit en al worden overgeplant. De aarde nog even losjes aandrukken en het karwei is geklaard.
Heeft men alleen een oude bloempot dan verdient het aanbeveling deze eerst 24 uur te weken in sodawater. Daarna de pot goed afborstelen en naspoelen met schoon water. Schimmels en bacteriën zijn hardnekkig en alleen met een grondige schoonmaakbeurt te bestrijden.
Gebruik voor het verpotten van de planten nooit oude grond aangezien deze minder voeding en meer ziektekiemen kan bevatten. Ook voor stekken altijd nieuwe potgrond gebruiken. Zet de nieuwe of in ieder geval schone bloempotten een dag voor het verpotten in een bak met water. Het poreuze aardewerk heeft zich dan volgezogen met water en zal geen water aan de potgrond onttrekken.
* Verspenen van jonge plantjes kan vanaf eind april als er geen nachtvorst dreigt.
Verspenen kan als de kiemblaadjes volledig open zijn en horizontaal liggen. De avond van tevoren regent u de grond buiten in met een gieter of sproeier.
Verspenen kan doet u het best aan het eind van de middag, eind april. Maak met een stokje of potlood een gaatje in de grond in een V-vorm. Maak de grond rondom los. Vervolgens trekt u het plantje uit de grond, met behulp van een houten stokje. De grond laat u aan de worteltjes zitten. Laat het plantje tot bijna aan de blaadjes in het gaatje. Grond voorzichtig aandrukken en water geven, met een fijne broes.
* Vetplanten zijn dol op de koelte van de winter; ze gaan namelijk pas bloeien als ze hun winterslaap achter de rug hebben. Zet vetplanten daarom zo’n twee maanden op een koele plek, tussen de 10 en 15 C en geef ze nauwelijks water.
* Violieren scheiden een melkachtig vocht af en bloeden leeg. Om dat te voorkomen, moet men de stelen korte tijd in kokend water zetten of boven een brandende kaars houden.
* Viooltjes blijven langer vers nadat ze enkele uren in ijskoud water ondergedompeld zijn geweest. Ook blijven ze mooier als ze ‘s nachts omgekeerd in koud water worden gezet.
* Vliegen houden niet van lavendel en laurier. Hang enkele takken in de keuken en u heeft weinig tot geen last van deze insecten.
Ook lavendelbloemetjes naast uw hoofdkussen is een probaat middel tegen de vliegen in uw slaapkamer.
Plakjes ui op het vlees houden de vliegen weg als u bv. aan het barbecueën bent.
Vliegen houden niet van blauwe verf. Daarom zijn ouderwetse provisiekasten en keukens blauw geverfd.
U kunt ook een kobaltblauwe fles in de vensterbank zetten tegen de vliegen.
Vliegen houden ook niet van keukens waarin zo af en toe een druppeltje azijn op de kookplaat verdampt.
Doe wat schuim van toiletzeep op een schotel en zet het ’s avonds op een goed verlichte plek. Muggen en vliegen bent u dan vliegensvlug kwijt.
Vliegen hebben een hekel aan tocht. Zet dus ramen en deuren open.
Brandnetelstruiken zal niemand graag voor zijn deur zetten, maar ze zijn wel een prima afweermiddel tegen vliegen.
De vlieg wordt van spiegels en ruiten geweerd door ze af te nemen met afgekoeld kookwater van in stukken gesneden uien.
Als vliegen snoepen van suikerwater, dat gemengd is met saccharine, gaan ze dood. Mits het sacharinegehalte hoog genoeg is, ong. 20 tabletten op 1/10 . water.
Tenslotte hebben vliegen een hekel aan ezels, muildieren, paarden en koeien, wier huid is ingesmeerd met een in carbolwater gedoopte spons is afgewreven.
De grote blauwzwarte vleesvliegen en de wat kleinere aasvliegen (met een met een groene metaalglans) zijn net als de gewone vliegen overbrengers van bepaalde ziektes. Men kan in de zomer vlees dan ook beter niet open en bloot op het aanrecht laten liggen.
* Vlier nooit kopen in knop, want de knoppen gaan niet poen. Helaas laat vlier de kopjes vaak hangen. De stelen opnieuw afsnijden, de bast tot 2 á 3 cm. hoog afschillen. Dan de bloemen ong. 30 min. in warm water (35C) zetten.
* Poezen en honden hebben (vooral met warm weer) nogal eens last van vlooien. Een probaat middel hiertegen is een sterk aftreksel van alsem. De dieren er grondig mee wassen, naspoelen met schoon water en goed kammen om de (inmiddels dode) diertjes te verwijderen.
De vrouwtjesvlo deponeert haar eitjes niet op de prooi (zoals de luis) maar laat ze gewoon ergens vallen. Het gevolg is dat de grond bezaaid kan liggen met eitjes, larven en pas uitgekomen vlooien. Het is daarom zaak de vloeren goed te dweilen met water, waaraan aluin of creoline is toegevoegd, kleden en kussens te zuigen en te kloppen, de mand van hond of poes zorgvuldig schoon te maken.
Droge varens in mand of kussen houden vlooien op afstand.
* Vlijtig liesje is sterk, heeft bijzondere rustgevende krachten (veel gebruikt in lotions en geneeskrachtige
middelen) en is bovendien een lust voor het oog.
Van begin juni tot eind september geeft het vlijtig liesje prachtige bloemen in de kleuren roze, wit, rood, oranje of lila.
Zet een vlijtig liesje bij voorkeur op een schaduwrijke plek. Als de bloemen zijn uitgebloeid vormt zich een smal peultje van waaruit weer nieuwe zaadjes gelanceerd worden.
* Voederbakken van uw dieren kunnen vaak wegglijden. Plak er eens een rubberen ring van een weckpot onder., of een stukje schuimrubber.
Zitten er af en toe mieren in de voederbak, zet die bak dan eens in een schotel gevuld met water. De mieren komen dan niet meer in de voederbak.
* Als u graag vogels op uw erf ziet, is een voedertafel een idee. Maak van een duurzame houtsoort een rechthoekig blad van 30 bij 45 cm. Behandel het hout met een beschermingsmiddel dat niet giftig is. Met latjes maakt u een opstaande rand van 2,5 cm. hoog. Zorg voor een uitsparing voor de afvoer van water. Spijker het blad met gegalvaniseerde spijkers vast op een stevige paal of tak. Zet de paal in een gat dat drie keer zo diep is als de diameter van de paal. Leg op de bodem een laag stenen en vul het gat met betonspecie. Druk het goed aan en schuin het beton rondom de paal af zodat regenwater makkelijk kan weglopen.
* Wie graag vogels in zijn tuin heeft, moet besdragende struiken planten, zoals hulst, berberis en cotoneaster.
Dichte struiken, waarin het goed nestelen is, zijn meidoorn, vuurdoorn, duindoorn en klimop.
Het drinkwater voor de vogels in de tuin zal niet bevriezen als er een schepje suiker in wordt gedaan. De vogels moeten overigens alleen worden gevoerd bij strenge vorst. Anders worden ze lui en zullen hun taak, het opruimen van insecten, verwaarlozen.
Welke vogel eet wat?
Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw eten: broodkruimels, gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, etensresten (rijst en aardappelen, zonder zout. Voederplaats: een sneeuwvrije plaats op de grond met beschutting vlakbij.
Mezen eten: vetbollen, ongezouten (dop)pinda’s, kokosnoot, vogelzaad en zonnepitten, voedertafel, voederhuisje of opgehangen in een boom.
Winterkoning, heggenmus en roodborst eten: universeel voer, broodkruimels, meelwormen, ongekookte havermout. Voederplaats: op een zeer beschutte sneeuwvrije plaats.
Mussen, vink en groenling eten: bruine broodkruimels, onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnepitten en etensresten zonder zout. Voederplaats: op de grond, eventueel voedertafel.
Specht, boomklever en boomkruiper eten: spekzwoerd, ongezouten (dop)pinda’s, vetbollen, zonnepitten. Voederplaats: vastgemaakt aan een boomstam op een rustige plaats.
* Laat de grond onder fruitbomen ongemoeid tot de tweede helft van mei. Als u de grond openwerkt of omspit heeft nachtvorst een grotere kans om toe te slaan. Onbedekte grond koelt sneller af. Dat komt omdat de vorstuitstraling op deze grond groter is. Door de bodem af te dekken met compost houdt u de uitstraling tegen.
Planten in de tuin worden goed tegen vorst beschermd door ze te bedekken met een laag bladeren (heel geschikt is eikenloof), dennentakken en turfmolm.
Ook de bakken met overblijvende planten op het balkon moeten tegen de vorst worden beschermd. Bv. met behulp van een rietmat of stro.
* Legt u een vijver aan, wacht dan even met beplanten. Ongetwijfeld vult u de vijver met kraanwater. Daar zit meestal een vleugje chloor of een ander middeltje doorheen waar waterplanten niet zo goed tegen kunnen. Binnen een dag of tien is dat uit het water verdwenen.
Als u plant, prop de vijver dan niet te vol. De meeste waterplanten groeien snel.
Uw vijver kunt u helder houden door:
- de vijver aan te leggen op een plek waar een goede verhouding zon/schaduw is
- een biologisch evenwicht in de vijver te creëren door bv. goede vijveraarde te gebruiken
- zuurstofplanten en bv. waterlelies aan te brengen in het water
- de hardheid en zuur te graad van het water regelmatig te controleren
- regelmatig bladeren te verwijderen
- te zorgen voor beweging van het water, bv. door het aanbrengen van een pomp
W.
* Wandluizen (bedwantsen)kan men op veilige afstand houden door gewoon hier en daar saliebladeren neer te leggen.
* Een wasbak die u nooit gebruikt, kunt u benutten als plantenbak. Bekleedt de binnenkant met plastic folie en richt hem in als een weelderige plantenbak. Watertoevoer is geregeld en u kunt de buitenkant van de wasbak nog een vrolijke kleur geven.
* Water dat in beweging is, bevriest heel moeilijk. Laat ‘s winters dus tijdens vorst continu het pompje in uw vijver aan. Is de vijver diep genoeg dan is dat natuurlijk minder nodig. Als de vissen maar genoeg ruimte hebben om een goed heenkomen te zoeken, overleven ze het wel.
* Water geef tips:
1. Zorg dat water altijd in fijne straaltjes wordt verspreid; zo raken planten niet beschadigd en ontstaan er ook geen modderpoelen.
2. Geef zachtjes en gelijkmatig water , dan komt het water bij alle wortels.
3. Gebruik tuinsproeiers voor borders, gras en groenten bedden; ze geven een groot gebied gelijkmatig en op een zachte manier water.
4. Wilt u dat planten diep wortelen, kies dan voor een sijpelende tuinslang of een druppelinstallatie. Hiermee gaat u meteen veel efficiënter om met water en worden geen enorme hoeveelheden water verspild.
5. Planten houden niet van ijskoud water. Geef liever regenwater of vul ‘s morgens emmers met water, zodat het in de loop van de dat op temperatuur kan komen. Dit betekent wel dat u water moet geven met een gieter.
6. Gebruik lichte gieters voor planten die hoog hangen. Een gieter van verzinkt staal weegt leeg al snel twee kilo, terwijl gieter van plastic slechts 200 gr. weegt.
Het beste moment om uw planten water te geven, is in de ochtend. Als u dit ‘s avonds doet, blijft de aarde de hele nacht nat en de plant is daardoor gevoeliger voor schimmel. Sproeit u ’s middags bij (felle) zon, dan verdampt een groot deel van het water en bestaat de kans dat de bladeren verbranden.
* Een goedkope wespenvanger is een bekertje snoeptomaatjes (met een gat in de deksel). Eet de tomaatjes op en vul dan het bekertje met een laagje limonade en plaats de deksel er op de kop op. Is het bekertje vol met wespen dan koop je gewoon weer een nieuwe, nog gezond ook.
Ook een fles van bv cola is een goede wespenvanger. Snijd het bovenstukje eraf en zet die omgekeerd op de fles. Doe limonadesiroop onverdund in de fles en de wespen kunnen er niet meer uitvliegen.
Nog een idee is om alle glazen op tafel af te dekken met huishoudfolie en daardoorheen een rietje te steken. De wespen kunnen dan niet bij de limonade.
Wespen vertonen zich niet op plaatsen, waar de lucht van ammonia hangt. Men kan het beste schotels met water, waaraan een scheut ammonia is toegevoegd neerzetten. of
deze biologische wespen val haken
ncs-leeuwarden
wepenbestrijding
* Uw tuin wieden in het vroege voorjaar heeft zo zijn voordelen. De planten zijn nog klein en niet zo diep geworteld.
Als u uw tuin vroeg in het voorjaar goed heeft opgeruimd, profiteert u daar de hele zomer lang van.
* Een winters tafereel op tafel is heel makkelijk te realiseren: verzamel verschillende soorten vaasjes in diverse tinten wit en grijs en zet ze op een dienblad. Leg in het dienblad wat rendiermos als ondergrond en vul de vaasjes met witte rozen, witte lelies, asparagus en eucalyptus. Zet er een (wit) kaarsje bij voor wat extra sfeer ‘s avonds en u heeft een prachtig verstild winterlandschap.
* Een winterkoning is gek op meelwormen, droge havermout en brood, evenals het roodborstje.
* Deze witte bloeiers nemen genoegen met een plek met wat schaduw:
- Hortensia (Hydrangea arborescens ‘Annabelle’), heester, bloeit van juli tot augustus
- Tabaksplanten (Nicotiana), eenjarige zomerbloem, bloeit van mei tot oktober
- Hosta, diverse soorten, vaste plant, bloeit in juli en augustus
- Geitenbaard (Aruncus) vaste plant, bloeit in juni en juli
- Valse salomonszegel (Smilancina racemosa) vaste plant, bloeit in mei en juni
- Roos (Rosa ‘New dawn’) doorbloeiende klimroos, bloeit van junu tot oktober.
Typische witte planten voor een witte tuin:
- rozen
- vaste planten: met grijs blad : artemisia en salie (salvia)
- bomen: grijsbladige sierpeer (Pyrus salicifolia) en sierkerssoorten (Prunus)
- tweejarigen: vingerhoedskruid (Digitalis) en damastbloem (Hesperis)
- struiken: boerenjasmijn en sering
- klimplanten: klimhortensia, clematis en Toscaanse jasmijn
* Wolluizen dan is alcohol of brandspiritus hier de remedie.
* Aangezien wijnranken langs de muren veel water gebruiken, mogen in de omgeving van deze ranken geen planten gezet worden die ook veel water nodig hebben.
Z.
* Legt u zaadjes 1 à 2 uur in melk dan bevordert dit de kiemkracht, deze methode is alleen geschikt voor grote zaden.
Om kiemkracht van zaad te testen legt u enkele zaadjes op een bord tussen nat gemaakte watten.
Vogels zijn gek op zaadjes, span daarom een vogelnet over het pasgezaaide plantgoed.
Omgekeerde jampotjes zijn ideaal om jonge plantjes tegen zon, wind en uitdroging te beschermen, de zaadjes worden dan ook niet opgepikt door vogels.
* Eind april kunt u de eenjarige zomer bloeiers zaaien. Het kan direct op de plaats waar ze moeten groeien. Grond fijn harken, broezen, zaad ruim uitstrooien en licht in harken of er wat losse aarde over strooien. Zet er een label bij, zodat u weet waar de bloemen verschijnen.
Als u zaait in rijtjes, weet u gelijk waar onkruid groeit en waar de gezaaide planten.
Bij het zaaien moet u op het weer letten. Gaat het vriezen, laat het zaaien dan achterwege. Wacht op een periode met zacht weer. Mocht er na het zaaien nog een periode met nachtvorst aanbreken, bescherm het prille zaaigoed dan tegen de kou. Dek het af met bv. zwart plastic, vuilniszakken, stro of dennentakken.
Als u gezaaid heeft, houd de grond dan goed vochtig.
Als u een stukje tuin over heeft, zaai daar dan extra bloemen in voor een pluktuin. Met een paar zakjes zaad kunt u de hele zomer armen vol boeketten plukken.
* Zacht water voor het begieten van planten verkrijgt u door de volgende manieren:
- regenwater opvangen
- kraanwater koken en af laten koelen
- restjes gekookt water bewaren van de fluitketel bv.
- een zakje turf gedurende 12 uur in een liter water laten hangen (30 gr. turf is voldoende).
* Een vaste plant die zeker niet in de romantische tuin mag ontbreken is het 50 tot 75 cm. hoge Zeeuws knoopje (astrantia). De plant kan zowel in de volle zon als in de halfschaduw staan en bloeit van juni tot augustus.
* Zilvervisjes kan men overal tegenkomen, maar vooral op vochtige plekken. U kunt ze lokken met bananenschil of rauwe aardappel.
* Zomerbloeiers : Het voorjaar is de tijd om eenjarigen te kopen. Ze kunnen worden geplant in potten op het terras of tussen de vaste planten in de tuin. Zet ze wel binnen als het vriest. Planten die namelijk de hele winter warm in een kas hebben gestaan, kunnen niet tegen zelfs maar één graadje vorst. Tegen half mei (na Ijsheiligen) is het warm genoeg en groeien ze in verbazingwekkend snel tempo uit tot prachtige planten waar u maandenlang van kunt genieten.
Zomerbloeiers kunnen in een paar maanden tijd van een klein zaadje uitgroeien tot een grote plant vol bloemen. Water is daarvoor onmisbaar. Vooral bij droog en zonnig weer en als de plant in een kleine aardewerken pot staat is twee keer per dag watergeven nodig. Aardewerk is poreus zodat water snel verdampt. In een plastic pot gaat dat minder snel en is een keer water geven per dag voldoende.
Vul de pot voor zomerbloeiers niet helemaal tot de rand als u de planten erin zet, maar houd een gietrand over van een paar cm.
Een plant kan natuurlijk niet zonder water maar teveel is ook niet goed. Het moet kunnen weglopen uit het gat onderin de pot.
Als u de pot op een onderzetter plaatst, blijven de planten altijd vochtig en worden ze nooit te nat. De manier om prachtige zomer bloeiers te krijgen.
Heerlijk dat zomerzonnetje, maar bloemen in de vaas worden er iets minder blij van. Straling van de zon versnelt het verouderingsproces en het vaaswater wordt warm. Zet een vaas met bloemen dus niet in de zon, maar in de schaduw.
* Een vaas met zonnebloemen is prachtig, maar er moet wel zoveel mogelijk blad weggehaald worden om de bloemen genoeg kracht te geven, De vaas geregeld bijvullen, want zonnebloemen zijn erg dorstig.
* Kruidachtige vaste planten, zoals rode zonnehoed (Echinacea), trekken veel vlinders aan en die passen in een romantische tuin.
* Zout is een probaat middel om onkruid tussen stenen of tegels te verwijderen. Strooi zout op het onkruid, een buitje regen en na enkele dagen ziet u resultaat.